Onze parochie
|
Sint-Pancratius Ranst
Diaken Peter Houllebergs
Pastorie Ranst:
Gasthuisstraat 19, 2520 Ranst
tel. 03 475 08 47
tel. 03 225 6 26
gsm 0479 88 54 94
E-post:
infoATparochieranst.be
Inzendingen aan redactie:
redactieATparochieranst.be
AT = @
|
|
 |

(115) Gelukkig wie
Gelukkig wie met zichzelf kunnen lachen. Hun pret kan niet op.
Gelukkig wie van een molshoop geen berg maken. Veel kopzorgen blijven hun bespaard.
Gelukkig wie op tijd en stond kunnen rusten en gezellig niksen. Zij zullen hun evenwicht bewaren.
Gelukkig wie kunnen zwijgen en luisteren. Zij zullen veel bijleren.
Gelukkig wie zichzelf niet al te ernstig nemen. Vooral hun omgeving zal dat op prijs stellen.
Gelukkig wie, zonder zich op te dringen, oog en oor hebben voor andermans problemen.
Bij hen vind je troost; bij hen vind je je geloof in jezelf terug.
Gelukkig wie kleine dingen serieus nemen, en bij serieuze dingen rustig blijven. Zij zullen het ver schoppen in het leven.
Gelukkig wie van een glimlach kunnen genieten, en een hard woord kunnen vergeten. Hun levensweg is zonovergoten.
Gelukkig wie mild zijn voor andermans fouten. Voor de samenleving zijn het naïevelingen, maar dat is nu eenmaal de prijs van de naastenliefde.
Gelukkig wie nadenken vooraleer te handelen, en bidden vooraleer na te denken. Zij zullen zelden stommiteiten doen.
Gelukkig wie hun mond houden en glimlachen als iemand op hun tenen trapt. Het woord des Heren schiet wortel in hun hart.
En vooral gelukkig wie de Heer herkennen in al wie ze ontmoeten. Zij hebben het ware Licht en de echte Wijsheid ontdekt.
Joseph Folliet
***

(113)
(112) Een antwoord op de vraag: “Hoe gaat het nu met je?”
Ik wil…
Ik wil dat je naar me luistert zonder te oordelen
Ik wil dat je je mening geeft zonder te adviseren
Ik wil dat je me vertrouwt zonder eisen te stellen
Ik wil dat je me helpt zonder te proberen voor me te beslissen
Ik wil dat je voor me zorgt zonder over me heen te lopen
Ik wil dat je naar me kijkt zonder jouw zaken op mij te projecteren
Ik wil dat je me omhelst zonder me te verstikken
Ik wil dat je me aanmoedigt zonder te dwingen
Ik wil dat je me bijstaat zonder me onder je hoede te nemen
Ik wil dat je me beschermt zonder leugens
Ik wil dat je me benadert zonder me te overvallen
Ik wil dat je mijn voor jou minder leuke kanten leert kennen
Dat je ze accepteert en niet probeert ze te veranderen
Ik wil dat je weet dat je op me kunt rekenen…
Onvoorwaardelijk
Jorge Bucay
+ Ik wil dat je weet dat ook ik niet verwacht dat je dat kunt
+ Ik wil dat je weet dat ik je niet veranderen wil
(111) Intimiteit en verantwoordelijkheid
Intimiteit betekent: vriendelijkheid, tederheid, betrokken aanwezig zijn, hartelijkheid, aandacht voor de persoon van de ander, en doet een beroep
op ons inlevend vermogen.
Verantwoordelijkheid betekent: eigen verantwoording nemen in plannen en keuzes maken, aandacht voor gemeenschappelijk reilen en zeilen,
en verantwoordelijkheid nemen voor eigen gedrag.
Intimiteit en verantwoordelijkheid zijn steunpilaren onder elke liefdesrelatie. Dicht bij elkaar zijn en toch op eigen benen staan.
Beminnen en bemind worden, iemand zijn en van iemand zijn… we horen het telkens weer.
Encounter Vlaanderen
(110) Durven vertrouwen op God
Hoe dikwijls zeggen mensen niet:
“Als God erbij was geweest, zou het niet gebeurd zijn.”
Bij de dood van hen van wie wij houden, bij een ongeval,
bij ziekte, bij mislukkingen,
komen zulke gedachten en gevoelens naar boven.
Daar waar wij ons machteloos voelen,
verwachten wij dat God zou tussenkomen.
Als de natuur zijn gang gaat, schiet God dan tekort?
Laat Hij ons in de steek?
Wie lang ziek is weet hoe kennissen en vrienden stilaan wegblijven.
Wie ooit op ziekenbezoek ‘moest’ weet ook hoe moeilijk dat kan zijn.
Weinigen onder ons kunnen het opbrengen echt bij een ziekbed,
bij een mislukking, bij ontroostbare mensen te blijven zitten.
Trouw zijn, ook aan aftakelend leven, vergt moed en volharding.
In Jezus leren wij een God kennen die juist in nood nabij wil zijn.
Overweldigt de storm je, dan wordt Hij wakker.
Wordt een zieke door niemand geholpen,
dan heeft Jezus aandacht voor hem.
Snauwt men een blinde toe te zwijgen, Jezus luistert.
Is het graf reeds dicht, Hij maakt het open.
Verwachten wij God niet in de dood,
Jezus durft ons tot in de dood nabij zijn.
Durven wij op Hem vertrouwen?
Vlaamse Dominicanen
(109) Als jullie vasten ...
Vasten... stilaan bewust worden van onze overvloed.
Vasten... een tijd van bekering, van loslaten en wegtrekken.
'Solidariteit' heet dat vandaag, en 'rechtvaardigheid' en 'broederlijk delen'.
Vasten is de weg naar de anderen toe.
Geen andere weg valt te bewandelen dan die van de solidariteit.
De handen in elkaar slaan, kleinen en groten, machtigen en zwakken.
Geen betere energie is er, dan die van het vertrouwen.
Woorden en daden vinden die mensen bij elkaar brengen, over alle grenzen heen.
Geen krachtiger daden zijn er, dan die van de liefde.
Getuigen van Gods droom worden en bouwen aan Zijn huis.
De weg van de vasten gaan, is passeren langs het smalle pad
van inzet voor de medemens.
Het is vechten tegen de legers van onbegrip,
en de paardenhoeven van de lachers en de ongenaakbare achter je laten.
De weg van de vasten gaan, is weten dat men de woestijn door moet
om zo het Land te bereiken.
De weg van de vasten gaan, is gaan, stappen en wandelen,
traag en bewust, een tijd lang.
***
(108) Liefde als Gods taal en woord
Waarom schrikken wij ervoor terug ons door God te laten beminnen?
Waarom zelfs die gedachte afwijzen en al het lijden van de wereld aanwijzen
om te bewijzen dat Gods liefde een illusie is?
Waarom moet de wereld eerst volmaakt zijn
vooraleer wij durven te geloven dat God van ons houdt?
Waarom schrikken wij ervoor terug ons door God te laten beminnen?
Waarom willen wij afstand houden?
Waarom telkens uitpakken met het doembeeld van onze fouten
en onze behoefte aan vergeving?
Waarom niet simpel gelukkig zijn omdat God van ons houdt?
Als God ons wil beminnen in een wereld zoals die is,
als Hij van ons wil houden zoals wij zijn,
onvolmaakt, struikelend, maar steeds op weg.
Als liefde nu eens zijn manier is om het lijden van de wereld mee te dragen.
Als liefde zijn manier is om ons te genezen, om ons weer heel te maken.
Als liefde zijn taal is, zijn Woord...
Waarom zouden wij er dan voor terugschrikken om Hem te antwoorden
in dezelfde taal, met hetzelfde woord? Hij heeft het in ons hart gelegd.
Manu Verhulst
naar boven
(107) De drie schatten
Ik heb drie schatten: bewaak ze en koester ze. De eerste is diepe liefde. De tweede is soberheid. De derde is nooit vooraan willen lopen.
Diepe liefde maakt dapper. Soberheid maakt gul. Bescheidenheid geeft leiderskwaliteit.
Dapper zijn, terwijl je geen diepe liefde voelt, het wordt je dood. Gul zijn, terwijl je zelf onmatig bent, het wordt je dood.
En leiden zonder te volgen, het wordt je dood.
Diepe liefde helpt je om te winnen als je wordt aangevallen. Het helpt je om standvastig te blijven als je jezelf verdedigt.
Diepe liefde is de manier waarop de hemel redt en beschermt.
Door Roeland Schweitzer vertaald uit de Tao
***
(106) De vijf stappen van de geweldloze dialoog
De geweldloze dialoog gebeurt in vijf stappen, in deze welbepaalde volgorde:
- Ik erken en benoem het ‘transparant of lichtend’ deel bij de ander. De ander is niet alleen fout, vervelend, negatief.
Ik verwoord eerst wat bij de ander positief en goed is.
Ik bevestig een ‘schaduwkant’ bij mezelf.
Ik spreek uit waar ik tekortkwam, waar ik een fout maakte, waar ik onachtzaam of opdringerig was, waar ik bijdroeg tot het misverstand
of iets deed wat minder geslaagd was.
- Dan bevestig ik mijn positieve kant, mijn ‘transparant of lichtend’ deel. Ik benoem de waarden waarvoor ik sta.
- Pas dan komt de doorstreepte of minder gunstige kant bij de ander aan bod in de dialoog: een mogelijke fout of een tekort vanwege de ander, waardoor de relatie vertroebeld wordt.
- Op dat moment is de muur al aan het kantelen en komt langzaam een brug tevoorschijn die ‘de ander en mezelf’ weer verbindt.
- Dan komt de vijfde stap, waarin het probleem dat er tussen mezelf en de ander is kort en goed benoemd wordt.
Van daaruit kunnen we samen beginnen zoeken naar een constructieve oplossing.
Vrij naar ‘Gezinspastoraal’ (www.gezinspastoraal.be)
***
(105) Heb je mij lief?
Soms zijn er van die dagen die grijs beginnen, neen-dagen. Ik wil wel iedereen graag zien maar vandaag niet. Het is een boze dag.
Op weg dwing ik mezelf een vrolijk liedje te zingen, een lied dat kleur brengt in de grijze ochtend van het bestaan: ‘Thank you for the days’ (the Kinks), ‘Il jouait le piano debout’ (France Gall), ‘Dank u voor deze nieuwe morgen’ en vanop mijn fiets krijgen de bloemen en het gras kleur. Ze zien er opvallend fris en monter uit en stemmen mij milder.
‘Simon, heb jij mij lief?’ vraagt Jezus aan Simon.
Simon verwondert zich over het vele vragen van Jezus. Ze lijken gelijk maar dragen veel kleur in zich.
‘Heb jij Mij lief?’ Is dat mijn diepe overtuigde levenshouding? Ja, ja en ja… tot vervelens toe ja…
Maar die houding eigen maken vraagt veel, consequent zijn vraagt ‘offers’, noopt vaak tot dingen niet te doen.
Het valt ons soms zwaar: de gevolgen van onze levensbeslissingen te dragen, zeker als het leven -luchtig voorgesteld: ik-kan-alles-zelf-kiezen, ondertussen ernstige gevolgen doodzwijgend- weer eens komt krassen op onze serieuze levensbeslissing, die naast veel vreugde ook veel energie en inzet vraagt zonder dat het resultaat verzekerd is. Bittere opmerkingen onder ons zijn gekend: ‘Ik zou dat ook wel willen maar…’
Het ‘goede’ leven ziet er niet altijd zo ‘goed’/zo leuk uit.
In het evangelie horen we: ‘Nu je ouder wordt en leiding geeft, moet je doen wat anderen graag hebben. Zij zullen je gordel omdoen en je de weg doen gaan die je niet wilt.’ M.a.w. anderen bepalen en jij neemt verantwoordelijkheid, leiding.
Dit wordt zelden gezegd. De bagage die je draagt komt niet van jezelf, je houding, ‘leiding’ wel en hiermee moet je verder.
Gods woord volgen in niet gekende dagen, altijd onzeker, met paden én doodlopende paden. Tijden veranderen – en ook dat doet de tijd altijd - maar voor elk van ons is het ‘nu’, deze voor ons ongekende tijd, met zijn verrassende gebeurtenissen.
We kunnen kijken naar vroeger, ons laten inspireren door ouders, grootouders, medemensen die ooit leefden. Maar uiteindelijk moeten wij ons eigen verhaal schrijven, vanuit ons diepe geloof, onze heilige overtuiging.
Jezus vraagt tot 3x toe aan Petrus: ‘Heb je mij lief?’ Je diepste, heiligste overtuiging trouw blijven, is een eeuwige vraag.
‘God is liefde… Heb je mij lief?’ ‘Heb je je naaste lief?’
Je partner die moe is en dat ergerlijke trekje is daar weer (en ik ben ook moe)?
Je zoon/dochter die van iemand houdt die jij niet kan luchten?
Je buurman die heel anders leeft dan jij en hij wiedt zijn onkruid te laat.
Mensen uit andere milieus die het leven totaal anders aanpakken dan jezelf.
Andere mensen die we niet kennen maar ook onze naaste zijn?
‘Hebben wij elkander lief?’ niet eenmaal maar duizendmaal per dag gevraagd.
Als het ons moeilijk wordt en de kleuren vervagen tot grijze tinten, de wereld er boos uitziet omdat wij er boos naar kijken, dan kunnen we misschien een lied zoeken dat ons mild stemt tegenover elkaar. Misschien kunnen we onze hoopvolle liederen met elkaar delen.
En zo gaan we Phil Bosmans achterna: ‘Menslief, ik hou van je’.
Heidi Deceuninck - Ziekenhuispastor Sint-Jozefskliniek - 051/334142 - heidi.deceuninck@sjki.be
***
naar boven
(104) 8 pauselijke relatietips uit Amoris Laetitia (De vreugde van de liefde)
1. Vier Valentijn
De christelijke ervaring van het huwelijk maakt blij en werkt aanstekelijk. Je moet geen gelegenheid laten voorbijgaan om die vreugde te vinden en te beleven, zegt de paus. Ik denk bijvoorbeeld aan Valentijn. De markt is snel om daar de kansen van in te zien. Waarom de kerk niet? Valentijn is een goed moment om stil te staan bij jullie liefde. (208)
2. Toon je kwetsbare kant als je gaat daten
Veel koppels trouwen zonder elkaar echt te kennen, schrijft de paus. Dat komt omdat ze zich tijdens het daten sterker voordoen dan ze zijn en hun kwetsbaarheid verbergen. Pas wanneer je dat wel durft te doen, geef je de ander de kans om jou echt te kennen en lief te hebben. (210)
3. Verlies je niet in de details van je huwelijksfeest
De paus schrijft: Lieve verloofden, laat je niet verslinden door gewoontes en uiterlijkheden. Wat echt belangrijk is op je huwelijksfeest, is de liefde die jullie verenigt en die versterkt en geheiligd wordt door de genade. Kies veeleer voor een bescheiden feest, waar de liefde voorgaat op al de rest. De paus herinnert koppels eraan dat het feest niet de kroon op hun werk is, maar pas het begin ervan. (212-215)
4. Geef elkaar een ochtendzoen
Ontwikkel je eigen rituelen als koppel, raadt Franciscus aan. Die brengen een gevoel van stabiliteit en veiligheid teweeg. Geef elkaar bijvoorbeeld altijd een ochtendzoen. Zegen elkaar ’s avonds. Wacht elkaar op ’s avonds bij het thuiskomen. Breek de dagelijkse sleur met een feest nu en dan. Feest mee met de brede familie en vier blijde ervaringen. (226)
5. Na een ruzie
Nog een pauselijke tip: Leg een ruzie bij voor de zon weer opgaat. Moet je daarvoor op je knieën gaan? Nee, hoor. Een kleine geste is genoeg, een streling, zonder woorden. Maar ze moet welgemeend zijn, vol verlangen om goed te doen voor de ander. De liefde kent geen rancune, wel vergeving. (104)
6. Schone schijn?
Naar buiten toe moet je altijd de mooiste kant van jullie relatie tonen, vindt de paus. Pleit hij voor de schone schijn? Nee, dat is belangrijk omdat het een innerlijke houding weerspiegelt. Het gaat er niet over dat je doet alsof je relatie of gezin geen moeilijkheden kent, maar wel dat je die zwakheden en mislukkingen niet uitvergroot. Elke relatie is een complexe mengeling van licht en schaduw. (113)
7. Kijk elkaar in de ogen
Vaak geraakt een relatie in crisis als partners stoppen elkaar (lang) in de ogen te kijken. Dan hoor je uitspraken als: Mijn man ziet me niet staan, het lijkt wel of ik onzichtbaar ben voor hem. Of: Kijk toch eens naar mij als ik spreek, alsjeblief! Of nog: Nu we kinderen hebben, kijkt mijn vrouw alleen nog naar hen om. Het lijkt alsof ik niet meer besta voor haar. Blijf elkaar contempleren, schrijft de paus. (128)
8. 3 sleutelwoorden: alsjeblief, dank je wel en sorry
Wees niet gierig met deze 3 sleutelwoorden, stelt paus Franciscus voor. Waar partners ze geregeld en op het juiste moment gebruiken, kan de liefde groeien. Het woord alsjeblief toont een houding die niet aanvallend is. Dank je toont een houding die niet egoïstisch is. En sorry maakt vrede en vreugde mogelijk na een breuk. Geen enkele liefdesrelatie is perfect, tenzij die van God. Liefde is als een goede wijn die moet rijpen. (133-135)
Redactie Lieve Wouters - KERKNET
***
(103) Eenheid in verscheidenheid
De paus noemt de verdeeldheid van de christenen een schande. Dat treft ook ons. Het gaat ieder van ons aan.
Wij allen kunnen onze bijdrage aan de eenheid leveren door met de anderen in gesprek te gaan en respectvol naar elkaar te luisteren.
De schande zit niet in het hebben van verschillende interpretaties.
De schande zit in het elkaar verketteren en het niet naar elkaar luisteren.
Daardoor wordt de eenheid die van Christus uitgaat gebroken.
Het is aan kerkleiders en theologen om verschillen in interpretaties op te helderen en om tot overeenstemming te komen.
Ondertussen kunnen wij met elkaar in gesprek zijn en elkaars taal leren verstaan.
Wij kunnen op die manier zelf bijdragen tot het wegnemen van de gebrokenheid en komen tot een eenheid in verscheidenheid.
Met verscheidenheid is niets mis. De schepping is een en al verscheidenheid. Daarvan sprak God dat het goed was.
Als man en vrouw schiep Hij de mens naar zijn gelijkenis. Stel je eens voor dat je partner, je man of je vrouw geheel gelijk zou zijn aan jou?
Wat had je elkaar dan te vertellen? Wat had je elkaar dan te geven? Was er dan sprake van liefde? Was er dan sprake van eenheid?
Man en vrouw samen zijn een toonbeeld van eenheid in verscheidenheid. En die eenheid in verscheidenheid lijkt op God.
En hiervan sprak Hij dat het goed was. Laten we blijven bidden voor eenheid in de verscheidenheid.
Laten we bidden voor vrede en eenheid in de wereld. Laten wij zoals de leerlingen Christus navolgen, Hem volgen die onze waarheid is,
ieder op zijn eigen wijze en in verbondenheid met elkaar. Amen.
Naar Paus Franciscus
***
(102) Vertellen over je vriend(in)
Bij Socrates kwam eens een man, die zei:
"Luister eens, ik moet je iets belangrijks over je vriend vertellen."
"Wacht even", onderbrak de wijze hem, "heb je, wat je mij wil vertellen, door de drie zeven laten gaan?"
"Welke drie zeven?"
"Luister goed! De eerste is de zeef van de waarheid. Ben je ervan overtuigd dat alles wat je mij wil vertellen, waar is?"
"Dat niet," sprak de man, "ik heb het maar van anderen gehoord."
"Maar dan heb je het toch wel door de tweede zeef laten gaan: de zeef van de goedheid?"
De man kreeg een kleur en antwoordde: "Ik moet toegeven: neen."
"En heb je aan de derde zeef gedacht, en je afgevraagd of het nuttig is, dat van mijn vriend aan mij te vertellen?"
"Nuttig?... Eigenlijk niet."
"Kijk, als datgene wat je me wil vertellen, noch zeker waar, noch goed, noch nuttig is, hou het dan liever voor jezelf", sprak de wijze Socrates.
***
naar boven
(101) Kleine goedheid
Het enige wat levendig overeind blijft is de kleine goedheid van het dagelijks leven.
Ze is fragiel en voorlopig. Ze is een goedheid zonder getuigen, in stilte voltrokken, bescheiden, zonder triomf.
Ze is gratuit, en juist daardoor eeuwig. Het zijn gewone mensen, ‘simpele zielen’, die haar verdedigen
en ervoor zorgen dat ze zich telkens weer herpakt, ook al is ze volstrekt weerloos tegenover de machten van het kwaad.
De kleine goedheid kruipt overeind, zoals een platgetrapt grassprietje zich weer opricht.
Ze is misschien wel ‘gek’ – een ‘dwaze goedheid’ – maar ze is tegelijk het meest menselijke in de mens.
Ze wint nooit, maar wordt ook nooit overwonnen!
Levinas (Frans-Joodse filosoof)
***
(100) Het gezicht van de Ander
Het gezicht van de Ander doet dubbel goed: het bevrijdt me uit de betrokkenheid op mezelf
en geneest me uit mijn zelfgenoegzaamheid en arrogantie.
Domheid is niet het tegendeel van intelligentie,
het is die vorm van intelligentie die ieder de maat neemt en elk nieuw begin in een bekend draaiboek smoort.
Alleen een kwetsbaar ik kan van zijn naaste houden.
Het meest uitdagende aan de medemens is niet dat hij een rivaal is, maar dat hij een gezicht heeft;
lastig is niet zijn veronderstelde vijandschap, zijn dreigende kracht, maar het bevel dat zijn berooidheid me oplegt.
Juist omdat ik niet alleen de broer van mijn broer ben, maar zijn hoeder (Kaïn en Abel),
borrelt de neiging in me op om daar een halt aan te roepen, het verlangen om die veeleisende band te verbreken.
Het Kwaad is de opstand, het verzet van de afgezette vorst - het ik – tegen zijn afzetting door de Ander.
Ik koester geen spontane haat tegen mijn medemens
(evenmin koester ik haat omdat een hels en almachtig systeem me daartoe brengt);
wat ik in hem haat, is dat hij mijn spontaniteit onherroepelijk ter discussie stelt.
Wat ik zo lastig vind, is dat ik hem mijn excuses moet aanbieden.
Samenlevingen worden volwassen
op het moment dat ze de zorg voor de Ander uitroepen tot grondslag van hun gemeenschap.
Alain Finkielkraut (Uit ‘De wijsheid van de liefde’)
***
(99) Profeet: een knelpuntberoep
In Kafarnaüm geneest Jezus het dochtertje van Jaïrus en de vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies lijdt. Hij doet wat God zou doen: mensen een nieuw leven geven! De menigte draagt Hem op handen, dat moet wel een man Gods zijn!
In zijn geboortedorp Nazareth, na zijn onderricht, heerst een zelfde verrassende vraag: “Waar haalt Hij dit allemaal vandaan?
En zo wijs!” Hij spreekt zoals ook God zou spreken: barmhartig en bevrijdend.
Maar het hapert, ze verdragen niet dat er iemand uit hun kleine gemeenschap zo uitspringt, Iemand die ziet wat zij niet zien,
Iemand die spreekt zoals zij nog nooit gehoord hebben. “Wie is Hij toch?” Een vraag die dikwijls terugkeert…
Wie is Jezus voor ons? Mag Hij de spiegel zijn van Gods barmhartigheid?
Mag Hij ons wijzen op wat echt telt in het leven? Mag Hij onze ogen openen voor wat we nu nog niet zien? Mag Hij ons optillen
boven onze eerste verlangens uit? De negatieve reactie van zijn dorpsgenoten verhindert Jezus te zijn wie Hij voor hen wil zijn.
Niemand kan goed functioneren in een negatief klimaat.
Daarom: mensen gevraagd die bemoedigen, die bevestigen in het goede, die altijd weer wijzen op een nieuw begin,
die ons bij Jezus brengen, zoals Hij voor ons wil zijn: beeld van God, onze liefhebbende Vader.
Kleine profeten, schatten van mensen!
Vrij naar Paul Coucke (Federatie St.-Andries - St.-Michiels – Brugge)
***
naar boven
(98) Wie dan wel?
Als wij niet meer vertrouwen in de toekomst en in het onbekende, wie dan wel?
Als wij niet meer bereid zijn om radicaal te kiezen voor wat echt waardevol is, wie dan wel?
Als wij niet meer het kwetsbare behoeden, wie dan wel?
Als wij niet - ondanks het kwaad dat in de wereld geschiedt - hoopvol blijven, wie dan wel?
Als wij niet meer elkaar bemoedigen op de kruispunten van ons leven, wie dan wel?
Als wij niet meer vertrouwen in ‘het idealisme’ van de kinderen en jongeren, wie dan wel?
Als wij niet meer voorleven en blijven zeggen ‘hoe het kan’ wie dan wel?
Als wij er niet in slagen de ideeën aan te dragen ‘met kansen op slagen’, wie dan wel?
Als wij er niet voor zorgen dat ‘de toekomst’ is geborgen voor de jongeren van morgen wie dan wel?
Als wij niet meer geloven dat God ons bij dit alles nabij is, wie dan wel?
(DPB Brugge - aanvangsbegeleiding nieuwe leraren en directies)
***
(97) Als ik nu moet heengaan
Mijmeren bij een tekst van Tagore.
Als ik nu moet heengaan, zal ik geen spijt hebben,
want Gij waart steeds en bron van oneindige vreugde.
Gij waart altijd ergens aanwezig, zelfs bij verdriet en angst.
Op de snaren van mijn levensharp tokkelde Gij heerlijke liederen.
Gij hebt mijn geest geboeid met ontelbare schone dingen,
en in zoveel ongekende vormen kwaamt Gij mijn leven binnen.
Als ik nu moet heengaan, zal ik geen spijt hebben,
want Gij vulde mijn wezen met onvergankelijke schoonheid.
Ik heb niet alles gedaan, want het leven is steeds kiezen.
Daarom geraakten vele wensen, bewust, niet eens vervuld.
Maar als ik alles overschouw, zoveel dat ik gekregen heb,
dan voel ik mij uw gunsteling, altijd door u verwend.
Gij hebt mij aangeraakt. Gij zijt! Gij bestaat.
Ik weet het goed. Ik heb het ervaren.
Als ik nu moet heengaan, kan ik dit hoopvol doen,
want Gij, Onsterfelijke, raakte mij aan.
***
(96) De graankorrel
Elke graankorrel is een rijke belofte, hij draagt de hele wereld in zich.
Hij draagt de weelde van het bloeiende koren over goudgele schuren vol graan, het brood voor de mensen.
De graankorrel is als het gebed van een mens in de nacht.
Hij levert zich over aan onbekende machten in de zachte en warme geborgenheid van moeder aarde,
waar hij in een stille omhelzing sterven gaat om in vruchtbaarheid open te barsten tot nieuw leven.
Hij levert zich over. Hij kent de donkerte van de aarde. Hij voelt de warmte van de zon.
Hij drinkt de zaligheid van de regen. De graankorrel ziet nooit de aar maar hij gelooft er in.
De weg van de graankorrel, is de weg van ieder mens om tot volle ontplooiing te komen.
***
(95) Jouw religie heeft geen enkel belang
Een dialoog tussen Leonardo Boff, een Braziliaans theoloog, en de grote Dalai Lama. Leonardo is een van de vernieuwers van de theologie van de vrijheid.
Tijdens een discussie over de religie en de vrijheid waaraan de Dalai Lama en ikzelf deelnamen heb ik hem, een beetje boosaardig, tijdens een pauze een vraag gesteld die mij zeer belangrijk toescheen: «Uwe heiligheid, welke is volgens u de beste religie?»
Ik dacht dat hij zou zeggen: «Het Tibetaans boeddhisme» of «De oosterse religies, veel ouder dan het christendom.»
De Dalai Lama stond stil, glimlachte tegen mij en keek me recht in de ogen… Dat verwonderde mij, want ik voelde de boosaardigheid in mijn vraag.
Hij antwoordde: «De beste religie is deze die je nader tot God brengt. Het is deze die van jou een beter mens maakt.» Om mijn verlegenheid over een zo wijs
antwoord te verbergen, heb ik hem toen gevraagd: «Wat maakt van ons een beter mens?»
Hij antwoordde: «Alles wat je vervult met medelijden, je gevoeliger maakt, losser, vriendelijker, menselijker, verantwoordelijker, respectvoller voor de ethiek.
De religie die dat allemaal voor jou doet is de beste religie.»
Ik bleef een ogenblik stil. Ik was verbaasd en ik ben het nog steeds wanneer ik denk aan zijn antwoord vol wijsheid en waar niets tegen in te brengen is:
«Mijn vriend, ik ben niet geïnteresseerd in jouw religie, noch in het feit of je religieus bent of niet… Het belangrijke voor mij is de wijze waarop je omgaat met anderen, jouw familie, jouw collega’s op het werk, jouw gemeenschap en met de ganse wereld. Denk eraan dat het universum de echo is van onze daden en gedachten.
De wet van actie en reactie is niet beperkt tot het fysieke. Het gaat ook over onze menselijke relaties. Als ik met goedheid handel, zal ik goedheid ontvangen.
Als ik met boosaardigheid handel, zal ik boosaardigheid ontvangen. Wat onze grootouders ons hebben gezegd is de zuivere waarheid.
Je zal altijd ontvangen wat je anderen toewenst. Gelukkig zijn is geen kwestie van lot, het is een kwestie van opties of keuzes.»
Ten slotte zei hij:
«Zorg voor jouw gedachten, want ze zullen woorden worden.
Zorg voor jouw woorden, want ze zullen daden worden.
Zorg voor jouw daden, want ze zullen gewoonten worden.
Zorg voor jouw gewoonten, want ze zullen jouw karakter vormen.
Zorg voor jouw karakter, want het zal jouw lot vormen,
en jouw lot zal jouw leven zijn, en…
er is geen grotere religie dan de waarheid .»
naar boven
(94) Geven en ontvangen
Wèrkelijk, ècht geven doe je met je hart. Je reikt iets aan, onvoorwaardelijk, zonder bedoelingen, met gevoel voor de ander.
Als je geeft zonder verwachting, zonder de gedachte iets terug te moeten ontvangen, dan deel je met openheid en vanuit je eigen overvloed.
Ontvangen doe je ook met je hart, net als geven. Misschien is het wel moeilijker. Vooral voor ontvangen is openheid nodig. Ontvankelijk zijn betekent:
genieten van complimenten, cadeautjes, aandacht of een knuffel. Sluit jezelf niet af voor de wereld om je heen. Die is je ook gegeven.
We lazen eens: “Vergeet wat je gegeven hebt… maar nooit wat je ontvangen hebt.” En dan bedoelen we niet cadeautjes en dergelijke maar dingen die ertoe doen. Dankbaar in ontvangst nemen, is een bevestiging van de waardigheid van het geven.
Inzicht hebben in de waardevolle dingen van het leven, zal ons dankbaar maken. Dankbaar zijn is jezelf laten kennen in kleinheid en grootheid.
Een eenvoudige manier om gelukkig te zijn.
Veilige verbondenheid is een waardevol iets in ons leven. Het geven van veiligheid en geborgenheid tegelijk maakt de weg vrij voor het ontvangen van die belangrijke gevoelens.
***
(93) Vriendelijkheid
“De verborgen kracht achter vriendelijke handelingen is een neiging in ons die het nobelste deel van onszelf is. Vriendelijkheid komt uit de ziel voort;
het is de adel van de mens, eerder goddelijk van aard dan menselijk.” (Pater L.Lovasik)
De kracht van deze deugd die we dagelijks in de omgang met anderen kunnen beoefenen, bestaat uit de spontane verlichting, de troost die we elkaar daarmeegeven. Een glimlach, een groet, een paar aardige woorden; het doet iedereen goed.
Het lijkt eenvoudig om zo te leven, toch lukt het lang niet altijd. Zo zijn er geen adequate antwoorden op gekwetste gevoelens die tijdens een debat ontstaan.
Het accent is dan van het verstand naar het gevoel verlegd. In zo’n geval is het beter om de discussie te beëindigen, anders kan het snel op ruzie uitlopen.
Empathie is een belangrijke wezenstrek. Je in de ander inleven, met hem meevoelen. Veel mensen verlangen naar sympathie, ook als ze geïrriteerd of onredelijk zijn. Neem de gedragslijn van Christus over, dat wil zeggen: zwijg! Het is niet in zijn geest een koppig volgehouden fout met koppigheid te beantwoorden, hoezeer je ook van je gelijk overtuigd bent.
Vriendelijke woorden zijn een zegen. De mens is als een plant die gedurende zijn hele leven de warme zon van liefdevol gezelschap nodig heeft.
Naar L. Lenem
***
(92) Doen wat goed is voor de andere
Dat is…
- weigeren iets te doen dat niet vruchtbaar is voor de andere.
- transparantie, openheid en eerlijkheid niet vertroebelen door manipulatie.
- de waarheid geen geweld aandoen en steeds bereid zijn tot dialoog.
- niet altijd ingaan op wat de ander denkt gerechtvaardigde verwachtingen te zijn.
- de ander toestaan mens te zijn, mogelijk door los te laten en niet te oordelen.
- geven en ontvangen in plaats van geven en nemen.
- het eigenzinnige achterwege laten en een terecht verzoek tot verandering kansen geven.
- in onze relaties elkaar vrij laten in de verschillen, wat overblijft is wat ons verbindt.
- open oog en aandacht hebben voor wat gebeurt, voor evaluatie en bijsturing.
- alles doen voor “lief” en niets voor “hebben”.
- mensen vertrouwen, dat maakt hen betrouwbaar.
- een bemoedigend woord spreken tot mensen in nood, die dorst hadden naar een beetje erkenning toen ze achteloos voorbij werden gelopen.
- met waardering opkomen voor mensen die besmeurd worden met kwaadsprekerij.
- zorg dragen voor mensen die gevangen zitten in hun verslaving, in werkloosheid zonder uitzicht, in hun ouderdom,
ook voor mensen met het stigma van ‘vreemdeling’ die nergens meetellen en worden uitgesloten.
- niet blind en doof zijn voor de toekomst van de volkeren die verder mogen leven op deze aarde in vrede en veiligheid.
- ontdekken dat economische groei in deze wereld niet het belangrijkste is maar wel het rechtvaardig verdelen.
- inzien dat niet de balansen, maar wel de solidariteit onder de mensen in een doorvoeld samenleven, de kwaliteit van ons leven uitmaakt.
- ons vrij maken van schone schijn, onvruchtbaar voor iedereen.
Bruno Jacobs
***
naar boven
(91) ‘Dank je wel’ voor doodgewone dingen
We hebben allerlei dagen in het leven geroepen om dankbaar te zijn naar mensen toe: vaderdag, complimentendag, secretaressedag, moederdag, thanksgivingsday en noem maar op.
Blijkbaar hebben we deze dagen nodig om af en toe eens tegen elkaar dank je wel te zeggen, om iemand een schouderklopje te geven of in het zonnetje te zetten. Het is blijkbaar moeilijk om gewoon spontaan iemand te bedanken.
Hebben wij ook een vaderdag, moederdag, secretaressedag of wat voor dag dan ook nodig om dank je wel te zeggen?
Er is een lied over de doodgewoonste dingen – ‘De doodgewoonste dingen die brengen mij tot zingen, ik zing van al ’t mooie dat ik zie; het dagelijkse leven is m’n allermooist gegeven’ – waarvoor je op momenten dat het niet meezit zo dankbaar kunt zijn: een onverwachte brief, een handdruk van een vriend of vriendin die je niet had verwacht, een telefoontje of dat kleine bosje bloemen, de glimlach van een ander.
Als wij alles niet zo vanzelfsprekend zouden vinden maar ons af en toe weer eens durfden verwonderen over het licht van deze dag, het water dat uit onze kraan komt, een dak boven ons hoofd, gewoon die alledaagse dingen; wellicht zouden we dan vaker gewoon spontaan dank je wel kunnen zeggen.
Hebt u vanmorgen zo’n ‘dankjewel’ misschien ook al uitgesproken voor het ontbijt dat voor je klaar stond of toen je partner iets vriendelijks tegen je zei of je even hielp toen dat nodig was?
Mag het ons in de komende weken gegeven zijn geregeld dank je wel te zeggen. Wellicht worden wij daar een stuk vriendelijker, medemenselijker, heel van.
Het moge zo zijn.
Jongerenkerk Venlo

naar boven
(90) Groeien
Als Duits priester en psychotherapeut kwam Eugen Drewermann mensen tegen die een gelukkiger mens probeerden te worden en zich afvroegen:
hoe doe ik dat? Gevoed door de parabels van Jezus uit het evangelie was Drewermanns antwoord: gelukkig worden doe je door te groeien in vertrouwen en liefde.
Vertrouwen en liefde – daar draait het hele leven van Jezus om:
vertrouwen in God, in de goedheid van het leven zelf en in mensen,
en liefde voor God en liefde voor de mensen.
Vertrouwen als tegenpool van angst, die vaak bezworen wordt met geld.
Liefde als tegenpool van opgesloten zijn in jezelf.
Drewermann spreekt opzettelijk over groei. Het gaat er om ernaar toe te groeien, geduldig en geleidelijk.
Soms is het een pijnlijk leerproces, dat met de hulp van iemand anders ondernomen moet worden.
Liefde en vertrouwen groeien zoals een parel groeit: een zandkorrel dringt binnen in een schelp
en door die scherpe zandkorrel ontstaat als het ware een traan,
die langzaam uitgroeit tot een kostbare parel.
***
(89) Echte vriendschap – de beste therapie
Luisteren vergt tijd. De meeste mensen hebben die niet. Als de nood te groot wordt, gaan we met ons verhaal naar een therapeut. Die zal – weliswaar tegen betaling – luisteren. Zo is luisteren een vak geworden en daar is op zich niks mis mee.
We dreigen iets kostbaars te verliezen.
Wie anders dan je beste vriend geeft om jou en is geïnteresseerd in jouw verhaal? Een boezemvriend zal ongevraagd luisteren. Hij zal je zoveel mogelijk jezelf laten zijn, je vrij laten in wat je zegt, zonder te oordelen of veroordelen.
Daarnaast verwacht jij niet dat je vriend een luisterdeskundige is, zoals je evenmin verwacht dat hij het antwoord heeft op al jouw vragen. Het gaat hier enkel over betrokken luisteren. Al luisterend is hij er voor jou.
Het gaat om ‘er zijn’.
Geen enkele therapeut heeft een antwoord op al je vragen. Een therapeut – maar ook een echte vriend – kan zich hooguit empathisch inleven, zachtmoedig confronteren en eerlijk aanmoedigen te blijven zoeken en door te gaan. Meer dan bij wie ook mag je bij een vriend fouten maken en kleine kanten hebben.
Zijn wie je bent of ‘maar’ bent. Hij zal zijn geloof in jou niet vlug verliezen. Wel integendeel. Zo schuilt in elk van ons een therapeut.
Meer dan je denkt.
Je kan veel betekenen voor familie, een vriend of buur – als je bereid bent gewoon te luisteren. Het luisterend oor laat de ander aan het woord en schept daarmee de ruimte die de ander nodig heeft om zelf het antwoord te vinden. Moet het nog gezegd dat elke duurzame relatie gebouwd is op deugddoende en open gesprekken? Ze vormen zonder enige twijfel duurzame bouwstenen voor sterke relaties.
BZN 6/14
***
(88) Om te overleggen, niet om te ruziën!
Hoe is dat voor jou? Hoe is dat voor mij?
verschil van waarden, verwijten geven/ontvangen
-
een gesprek dat uitloopt in een meningsverschil
-
houding en gedrag van de partner
-
ruzie in plaats van dialoog, vriendelijkheid
-
het verloop en beleven van een weekend samen thuis
-
engagement en inzet, vrijetijdsbesteding
-
samenwerken, samen plannen
-
ons tempo (mijn – jouw), ons verschil in beleving
-
vakantie, werk, familie, nonchalance in huis
-
God, bidden, geloofspraktijk
-
jouw/mijn omgaan met de kinderen (straffen,toegeven...)
-
ons tafelen (eetgewoontes, dieet, tafel afruimen,…)
-
ons samenzijn ’s morgens, ’s avonds,…
-
TV kijken, spelen, genieten, soberheid
-
onderhoud van huis en tuin, reparaties, klusjes
-
muziek beluisteren, wandelen, fiets, auto
-
beslissingen nemen (initiatief – doordrukken)
-
beheer van onze centen, gebruik ervan
-
belangrijke aankopen – koopjes
-
kledij, haarverzorging, op restaurant gaan
-
opschik, zich klaarmaken, lichaamsverzorging
-
onze seksuele beleving, aandacht, tederheid
-
orde, regelmaat, op tijd komen, afspraken
-
vaat of keukenwerk, gasten ontvangen
-
vrienden, omgaan met, uitgaan, uitnodigen
naar boven ^
(87) Verandering van onderuit
We begrijpen alles veel te snel, waardoor er geen tijd meer is voor verwondering. Zo zetten we mensen te snel vast en stellen we geen vragen meer.
We stellen ons te weinig vragen bij de normen en waarden die de neoliberale samenleving ons opdringt: wie geen succes heeft, is een loser, de dwang om gelukkig te zijn.
Dan is er maar weinig plaats voor omgaan met beperkingen, waardoor almaar meer mensen zich uitgesloten weten. De verandering moet van onderuit komen en ik heb de indruk dat de mensen er klaar voor zijn. We moeten echter goed beseffen dat wijzelf moeten veranderen, om het systeem te veranderen.
Dat dringt voorlopig niet door. Inleveren kan op zich geen kwaad, als het maar ten voordele van een beter leven gaat.
Ik denk dat mensen meer moeten investeren in hun sociale verbanden dan in hun werk. Goede relaties in de buurt, wederzijds hulp betonen, dat doet een mens zich beter voelen.
Religies kunnen die ommekeer bevorderen door alternatieven aan te reiken voor de neoliberale ideologie.
Aldus Paul Verhaeghe (psychoanalyticus) in een interview door Lieve Wouters in Kerk & Leven van 28/11/12.
(86) Strijder van het licht
Wij worden allen geroepen om een strijder van het licht te zijn.
Maar elke strijder van het licht kent zijn zwakke kanten.
Maar hij kent ook zijn sterke kanten.
Iedere strijder van het licht is wel eens bang geweest om de strijd aan te gaan.
Iedere strijder van het licht heeft in het verleden wel eens iemand in de steek gelaten of bedrogen.
Iedere strijder van het licht heeft wel eens een weg gevolgd die de zijne niet was.
Iedere strijder van het licht heeft wel eens geleden onder dingen die er niet toe doen.
Iedere strijder van het licht heeft wel eens gevonden dat hij geen strijder van het licht is.
Iedere strijder van het licht heeft wel eens ja gezegd terwijl hij nee wilde zeggen.
Iedere strijder van het licht heeft wel eens iemand gekwetst van wie hij hield.
Daarom is hij een strijder van het licht; hij is door dit alles heengegaan en heeft nooit de hoop verloren beter te worden dan hij was.
Een strijder van het licht overwint zijn twijfels en is in staat het wonder van het leven te begrijpen.
Iedere strijder weet dat moderne ideeën ruimte nodig hebben en dat lichaam en ziel nieuwe uitdagingen nodig hebben.
Het is niet de taak van een strijder de dromen van zijn naaste te veroordelen, hij verspilt geen tijd aan het bekritiseren van ideeën van anderen.
Om vertrouwen te krijgen in zijn eigen weg, hoeft hij niet aan te tonen dat een ander de verkeerde volgt.
Vrij naar Paulo Coelho
(85) Hoe gaat het nu... écht met jou?
Ha, dag... hoe is 't ermee? Goed, en met jou? Ja, ja, ook goed!"
Voor de oplettende toeschouwer zijn deze beleefdheidsformules meer dan louter woorden. Die handdruk en zoen zijn de uitdrukking van het verlangen om de kwaliteit van ons familiaal en sociaal leven te bewaren. Maar tegelijk kan hij in de blik van de ander iets bespeuren. Achter de woorden 'met mij gaat alles goed' kan veel verborgen zitten. Het kan een verhaal van gemis, eenzaamheid, pijn of lijden zijn. De ogen van de ander kunnen in een oogwenk iets onthullen.
"We moeten nog eens afspreken als we meer tijd hebben."
Laat dat nu net zijn wat men van je nodig heeft. Tijd. Een luisterend oor. De helende krachten van een ontmoeting zijn groot als we bereid zijn tijd te maken en te luisteren. Wij bezitten niet enkel het vermogen om ons met elkaar te verbinden. We beschikken tegelijk over de mogelijkheid elkaar reële hoop te geven.
Elke vraag is een vraag naar liefde.
Geen enkele mens is een solitair wezen. Mensen willen bemind worden. In wezen gaat het dáár om. Een mens die nood kent, wil zich ook gedragen voelen. Hij wil zich nestelen in een troostend moment en zoekt, al was het maar voor even, niet alleen te zijnWe hebben mekaar nodig om te weten wie we zijn en betekenis te geven aan ons leven. Gehoord worden, geeft dat duwtje in de rug dat je nodig hebt om je terug te verbinden met jezelf en je omgeving. In deze zorg voor mekaar raken, troosten en vervullen we veel meer dan we voor mogelijk houden.
BZN 1/14
naar boven ^
(84) Verdeeldheid, verscheidenheid of eenheid
Er zijn muren tussen volkeren en continenten en ook tussen de christenen onderling. Er zijn muren heel dichtbij, tot in het mensenhart. Om de muren af te breken willen wij proberen uit de bronnen van vertrouwen te putten. In het bijzonder hoe kunnen wij, als christenen verdeeld blijven tussen de verschillende confessies of zelfs binnen in één en dezelfde kerk, tussen verschillende bewegingen, verschillende stromingen of verschillende manieren van denken?
Het gaat zelfs zover dat die verdeeldheid niet meer aanvoelt als een schandaal. Er zal natuurlijk altijd een verscheidenheid blijven bestaan tussen de verschillende vormen van spiritualiteit en tradities. Maar onze berusting gaat zover dat wij deze verscheidenheid als excuus gebruiken om niet langer naar een zichtbare eenheid te zoeken.
Zoeken naar eenheid betekent naar de ander toegaan om zo een uitwisseling van gaven te verwezenlijken: het beste ontdekken dat God aan de ander heeft toevertrouwd. Dit betekent allereerst vaker samen bidden. Vaker samenkomen voor gebedswaken, zo kunnen we op de eenheid vooruitlopen en ons laten één maken door de Heilige Geest.
Er zijn nog andere muren die wij zouden willen afbreken. Het Evangelie herinnert ons eraan: Christus is solidair met de allerarmsten. Christus wacht op ons in hen die honger hebben, die ziek zijn, of verlaten. Hoe kunnen wij met hen in solidariteit leven?
Broeder Aloïs, prior van Taizé
Tijdens een gebedswake in de Sint-Baafskathedraal op 27-4-2012 sprak Broeder Aloïs, prior van Taizé, over het werk van zijn gemeenschap voor de eenheid.
(83) Hoeders en hoedsters
In Vlaanderen verzanden we snel in een samenleving of kerk waar elk zijn zelfstandige onderneming, zijn eigen K.M.O.'tje wil. Overleg kost tijd en vraagt energie. Debat vraagt analyse en voorbereiding. Het vraagt keuzes die rekening houden met andere meningen. Het is het meest vruchtbare, maar strekt niet tot eigen eer en glorie. Een bazige werking met één sterke leider die behoefte heeft aan onderdanige die uitvoeren zonder vragen te stellen, is niet meer aanvaardbaar. Mensen zijn niet gemaakt om elkaars baas of bazin te zijn, maar wel 'hoeder en hoedster'.
'Er is beslist' is soms wel nodig om uit de chaos van de onbeslistheid te geraken, maar het mag geen houding zijn die mijn levensvervulling dient of die gewoonte wordt. 'Ik neem deel' of 'ik ben verantwoordelijk voor een deel van het geheel' is een veel vruchtbaardere en duurzamere optie. Een optie die elke deelnemer tot zijn/haar recht laat komen en zijn/haar competenties laat inbrengen.
Aanpassen of opkrassen, aanpassen en dan pas gehoord worden, dat is als vloeken in de kerk van de dialoog. Jezus 'bottom up' en niet 'top down'.
Didier Vanderslycke in "Ga en maak het verschil!" - pagina 110-111-113
(82) In het licht van de dood
Makarius, een woestijnvader, geeft dit dubbel perspectief mee: “Leef alsof je deze avond nog zult sterven en leef alsof je nog honderd jaar te leven hebt.”
Wat onze lichamelijkheid betreft, moeten we er zo wijs mee omgaan alsof we nog honderd jaar te leven hadden.
Bitsige ascese en zelfvernietigende ontberingen moeten we onszelf dus nooit opleggen! We hebben het met ons ezeltje nog honderd jaar uit te houden. Anderzijds leerde Makarius dat we, bij al de gedachten van hart en inborst, affecties en gepieker, ons moeten voorbereiden om nog deze avond te sterven.
En ook dat is leerrijk: als ik vanavond ga sterven, waarom zou ik me nog opwinden over een gemis, een tegenspraak, een vete, een krenking?
Als ik vanavond voor de grote Rechter moet verschijnen, waarom zou ik dan nog zo dwaas zijn om dingen te willen opeisen, mijn gelijk te willen halen, kleine processen in mijn voordeel beslecht te willen zien.
Bij de gedachte aan de dood nog deze avond treden een grote ernst en een diepe vrede in het gemoed bijeen en zij verslaan al die kleinzielige zorgen en beslommeringen.
Pater B.Standaert - (Uit "Alfabet van een monnik", p.48-49)
naar boven ^
(81) Horen, zien, voelen, denken en doen
Wij horen massa's dingen van mensen rondom ons. Wat hen bezighoudt, wat hun zorg is, waar ze naartoe willen. Door te luisteren, wordt beetje bij beetje duidelijk hoe hun leven zich afspeelt. Wat ze allemaal al probeerden, wat werkte en wat niet. Hoe en waarover wordt gecommuniceerd, wanneer dat niet gebeurt. Wat ze van anderen verwachten en wanneer ze iets horen dat hen vooruit helpt. Soms krijgen we geheimen te horen, kleine en grote. Dat schept verbondenheid.
Wij zien veel. De peuter die mama's schoot niet wil verlaten, het spelende kind dat geniet van de aandacht, de puber die zijn tranen probeert te verbergen. De mama die haar kroost beschermt en de papa die aanvankelijk achterover leunt, maar dan een meer actieve houding aanneemt. Soms zien we dingen die we liever niet zien: afwijzing, minachting, ... We mogen er de ogen niet voor sluiten.
Wij voelen altijd. Het is de een meer gegeven dan de ander om intuïtief te zijn. Vlot aanvoelen is een groot voordeel. Het zorgt vaak voor de juiste klik, maakt dat we het ontbrekende puzzelstukje kunnen toevoegen.
Wij denken en denken. In al wat we doen is dit vanzelfsprekend en we hebben geen machines die dat voor ons doen. Alle gegevens beoordelen, juist taxeren, samenvoegen tot een logisch geheel. Een conclusie trekken die gebaseerd is op wetenschap en ervaring. Bij dat denken hoort ook: weten wat we niet weten, overleggen, tijdig anderen inschakelen.
Wij doen en proberen anderen aan te zetten tot doen. Ouders en leerkrachten helpen om een veilige omgeving te creëren voor kinderen. De aanpak thuis en in de klas bijsturen opdat ontwikkeling mogelijk is. Jongeren aansporen hun leven in handen te nemen. Op de rem gaan staan waar nodig, want soms is een time-out de beste manier om straks weer voort te kunnen. Wanneer we niets mogen of kunnen doen, beleven we de moeilijkste momenten.
Vrij naar Lieve Swinnen in "Kerk & Leven" van 5-6-13
(80)

(79) Kleine mensen
De wereld loopt vol kleine mensen, weet dàt wel!
Ontdaan van titel, macht, prestige, geld, naam, status, staan ze in hun naaktje:
kleine mensen met grote verlangens, vele vragen en twijfels, eenzaam en met huizenhoge honger naar wat communicatie, wat vreugde, begrip en liefde.
Kleine mensen met een eeuwig heimwee naar geluk of naar simpel wat tevredenheid met zichzelf, met anderen en met hun situatie...
Ze spelen verstoppertje, met zichzelf, met hun omgeving, misschien ook met God.
Waarom niet eenvoudig, gewoon zeggen: 'k ben maar een kleine mens, God!
En even glimlachen om niet te moeten schreien...
Hij zal zeggen: maar ik hou van je!
Door alles heen hou ik van je zoals je bent, geloof nu eens, lieve, kleine mens!
Denie Van Berendoncks
(78) Nederig graag, bescheiden liever niet
Dat bescheidenheid de mens siert, is letterlijk een dooddoener. Wie zich bescheiden opstelt, verdwijnt uit het gezicht. Een bescheiden mens spreekt alleen als hij gevraagd wordt. In de huidige samenleving betekent dat voor de christen algauw: nooit.
Een bescheiden mens gelooft niet dat hij wat te zeggen heeft. Hij heeft immers geen te hoge gedachten van zichzelf. Zijn mening is dus niet noemenswaardig. Bescheidenheid is dan ook de eerste stap om van je geloof te vallen.
Maar, hoor ik u denken, in het evangelie van Lucas (18,9-14) mochten we het verhaal horen van de farizeeër en de tollenaar, met op het einde Jezus’ advies:
“Al wie zich verheft, zal vernederd, maar wie zich vernedert, zal verheven worden.” Is dit dan geen oproep tot bescheidenheid?
Neen, wel de afwijzing van hoogmoed en van de pretentie beter te zijn dan anderen.
Ten andere, nederigheid waartoe Christus ons aanzet (allereerst in onze houding tegenover God), is niet hetzelfde als bescheidenheid.
Bescheiden is de mens die zich minderwaardig voelt en dus als mens minder dan de anderen (het evangelie zegt dat alle mensen gelijkwaardig zijn).
Nederig is hij die weet dat hij niet beter is dan de anderen, wel gelijkwaardig.
Bescheidenheid en nederigheid zijn dus mentaal elkaars tegengestelde.
Bescheidenheid is de houding van de bediende die slechts komt als hij wordt geroepen. Hij is niet dienstbaar, hoogstens beschikbaar.
Nederigheid is de houding van de dienaar die zich komt aanbieden met de volle kracht van zijn overtuiging: kan ik helpen? Hij heeft een ideaal voor ogen dat helemaal niet bescheiden is: meer menselijkheid in de naam van God. Ook al weet hij dat hijzelf slechts een zondaar is.
Mark Van de Voorde
(77) Het belang van lokale geloofsgemeenschappen
Een levende geloofsgemeenschap wordt gekenmerkt door verbondenheid van de leden ervan met elkaar in geloof en door de ruimte om dat geloof te ontwikkelen.
Als onze geloofsgemeenschap niet een plaats is waar mijn tranen worden begrepen, waar moet ik dan naartoe om te huilen?
Als onze geloofsgemeenschap niet een plaats is waar mijn geest vleugels krijgt, waar moet ik dan heen om te vliegen?
Als onze geloofsgemeenschap niet een ruimte biedt waar mijn vragen worden gehoord, waar moet ik dan zoeken?
Als onze geloofsgemeenschap niet een ruimte biedt waar naar mijn gevoelens kan worden geluisterd, waar moet ik dan naartoe om te spreken?
Als onze geloofsgemeenschap niet een gemeenschap is waar u mij begrijpt zoals ik ben, waar kan ik dan naartoe om te zijn?
Als onze geloofsgemeenschap niet een plaats is waar ik kan proberen en leren en groeien, waar kan ik dan gewoon mijzelf zijn?
Askea-parochie in Carlow (Ierland)
(76) Opgewekte mensen
(opgewekt: dat woord heeft iets van "verrijzenis"),
opgewekte mensen die zich focussen op Jezus en zijn bevrijdende boodschap worden krachtige mensen of opnieuw krachtige mensen, ondanks ontgoochelingen.
Ze leggen makkelijker contact met anderen vanuit een innerlijke rust.
Zij zijn onbevooroordeeld, laten zich niet misleiden door uiterlijke schijn en gunnen ieder zijn eigenheid.
Zij hebben aandacht voor al hetgeen waarvoor ze dankbaar kunnen zijn, voor het geschenk van het leven, en, ze kunnen anderen hun dankbaarheid tonen of laten voelen en ook een bevestigend woord spreken.
Zij onderhouden vriendschappen en helpen elkaar met hun specifieke bekwaamheden.
Zij zullen eerder aanvullend zijn, het goede van de ander zien en blij zijn met andermans geluk.
Als ze een opmerking krijgen blijven ze luisterbereid, ze leven zich in in de gevoelens van de ander en overwegen samen wat kan veranderen.
Bruno Jacobs - 28-4-13
naar boven ^
(75) Geen hoogvlieger
Er was eens een vogel met slappe vleugels. Helemaal geen hoogvlieger, want hij had weinig kracht.
Misschien had hij ook wel een minderwaardigheidscomplex.
De andere vogels scheerden in een hoge vlucht doorheen de wolken en langs de azuurblauwe hemel. Hij keek ernaar en trippelde wat. Hij pikte op de grond of in het gras, vloog even op, enkele meters ver, maar plofte dan weer terug op de grond.
Hij keek met veel verdriet toe, hoe de andere vogels tot in de takken van de hoogste bomen vlogen.
Toen werd het hem te machtig. Hij verzamelde al zijn moed en vloog... Maar zijn krachten begaven het.
Gelukkig was daar een boom met een lage tak. Daar kon hij zich neerzetten.
Voor de vogels met slappe vleugels heeft God bomen geschapen met lage takken.
Soms denk ik, dat mensen die heel véél houden van andere mensen bomen zijn met lage takken. (Ward Bruyninckx)
(74) De kunst van langzamer te leven
Als we luisteren naar het ritme van de aarde, als we de seizoenen, de overgang van winter naar lente, van dag naar nacht ernstig nemen, dan ontkomen we er niet aan om langzamer te leven, om de deugd van de traagheid te leren beleven. Het gaat hier niet om traagheid als gebrek aan ijver, als lusteloosheid of luiheid. Dit zou voorbijgaan aan de kracht, aan de energie van de schepping. Het gaat hier om eerbied voor de dingen die als schepping op ons afkomen.
Willen we de volheid er van beleven, willen we de energie werkelijk inzetten voor het goede, willen we meer beantwoorden aan het mens zijn, dan moeten we ons veel meer oefenen in de kunst van het langzame leven en niet drie dingen tegelijk willen doen.
Dat betekent, dat we niet op drie plaatsen tegelijk willen zijn, dat we minstens één halve dag per week, minstens een dik half uur per dag niet werken, stoppen en stilstaan, met milde open aandacht, zonder oordelen, zonder iets te willen bereiken.
Het betekent ook dat we leren aanvaarden wat we niet kunnen veranderen en het geduld hebben om te zien wat we wel kunnen veranderen. Het betekent dat wij ons concentreren op één zin, op één ademhaling om die rust te hervinden en veel bewuster de tijd te beleven.
Het betekent tenslotte dat we veel meer aandacht hebben voor ieder mens, voor ieder ding om ons heen en voor onszelf.
In onze wereld, onze maatschappij, lijkt dit bijna onbegonnen werk... We zouden elkaar hierbij kunnen helpen.
Thomas Merton
(73) Roep om bevrijding
De werkelijkheid zien en erdoor geschokt worden, heeft ons niet van ons geloof afgebracht, maar ons naar de wereld van de armen toegekeerd. Daar was onze plaats. Het christelijk geloof scheidt ons niet van de wereld, maar brengt er ons helemaal binnen. De Kerk moet Jezus volgen, die leefde en werkte, streed en stierf in de wereld.
Het christendom heeft als doel: de wereld in haar totaliteit bevrijden, hier en nu. En daarin staat de wereld van de armen voorop. We slagen er niet in de nodige veranderingen in de Kerk door te voeren, zolang we ons enkel binnen de Kerk bewegen. Wanneer we in de wereld van de armen binnentreden, slagen we daar wel in. Het gaat om een fundamentele keuze.
Christenen zijn hoopvolle mensen en dus zal ook de hoop niet mogen ontbreken in de omgang met de armen. Wij preken de hoop om hen hun waardigheid terug te geven.
Het zijn de armen die ons leren hoe we in deze wereld het evangelie handen en voeten kunnen geven. Zolang zij niet tot hun recht komen en hun lot niet in eigen handen kunnen nemen, is de bevrijding vanuit het evangelie een vrome gedachte.
Wij moeten komen tot ommekeer. Maar dan niet alleen in de stilte van het hart, ook in ons spreken en handelen. Wij moeten in tegenstroom gaan vanuit het evangelie waar we lezen: "Ik ben gekomen opdat ze leven mogen bezitten, en wel in overvloed." (Johannes 10,10)
Bisschop Romero
naar boven ^
(72)
Als we niet durven alleen te zijn
Net zoals we naar buiten toe een masker dragen, opgemaakt met woorden en daden die niet echt vertolken wat in ons leeft, zo hebben ook veel gelovigen te doen met een God, een bovennatuurlijke kracht, die opgemaakt is met woorden, gevoelens, zelfbevestigende slogans, dat is veeleer een God van religieuze en sociale routine dan de God van het authentieke geloof, eigenlijk is het een afgod, een gekoesterde plaatsvervanger. Zijn functie bestaat erin ons te beschermen tegen een diepe ontmoeting met ons echte zelf en met het goddelijke in ons.
Daarom is stilte zo belangrijk voor ons geloofsleven. Het zuivere geloof wordt getest in de stilte waarin we luisteren naar het onverwachte, waarin we ontvankelijk openstaan voor wat we nog niet kennen en waarin we geleidelijk opgaan naar de dag waarop we op een hoger en dieper niveau met het Goddelijke zullen samenzijn.
Vaste hoop wordt getest in de stilte, in de aanvaarding van een onbetwist geloof. Oude teksten zeggen: "In stilte en hoop zult ge sterkte vinden."
Hier vinden we de creatieve kracht en vruchtbaarheid van de stilte.
Niet alleen biedt ze ons de kans onszelf beter te verstaan en geeft ze ons een veiliger en evenwichtiger perspectief op ons eigen leven en onze relaties: stilte maakt ons weer "heel" en gezond.
Ze helpt ons om de verspreide en verspilde krachten van een verbrokkeld bestaan weer samen te brengen.
Ze maakt het ons mogelijk ons te concentreren op een doel dat niet alleen de diepere behoeften van ons wezen reëel omvat, maar ook de bedoeling is van onze schepping.
Thomas Merton
(71)

(70) Tochtgenoot
Tochtgenoot wordt hij die eerlijk zijn vriendschap toezegt
aan wie ontgoocheld is over de onoprechtheid van mensen
en niet langer in een gegeven woord kan geloven.
Tochtgenoot wordt hij die een gevoel van beschutting geeft
aan wie angstig is en zich weerloos voelt
tegenover het onbekende dat hem wacht.
Tochtgenoot wordt hij die enthousiast kan geven
om het nogmaals te wagen aan wie moedeloos,
na zoveel nederlagen, de strijd voor goed zou staken.
Ward Van Overbeke
***
naar boven ^
(69) Onruststokers
Jezus verstoort de rust van wie houdt van middelmatigheid.
In een wereld van haat en angst, wees heilige onruststokers voor allesomvattende, universele liefde.
In een wereld van genadeloze wreedheid, wees heilige onruststokers voor medelijden en genade.
In een wereld van leugens, wees heilige onruststokers voor de waarheid.
In een wereld van onrechtvaardigheid, racisme en seksisme, wees heilige onruststokers voor rechtvaardigheid en gelijkheid.
In een wereld van de dood, wees heilige onruststokers voor het leven.
In een wereld van wanhoop, wees heilige onruststokers voor hoop.
In een wereld van oorlog, wees heilige onruststokers voor vrede.
In een wereld van geweld, wees heilige onruststokers voor bijbelse geweldloosheid, in naam van de onruststokende geweldloze Jezus.
Het kan lang duren eer een mens zich niet meer ergert aan Jezus.
Johan Dear S.J. - vertaling BJ
***
(68) Ik vroeg aan God
Ik vroeg aan God om mijn trots weg te nemen. God zei: Neen. Het is niet aan mij om hem weg te nemen.
Het is aan jou om hem op te geven.
Ik vroeg aan God om me geduld te geven. God zei: Neen. Ongeduld is het gevolg van bezorgdheid.
Geduld wordt beoefend. Het wordt verdiend.
Ik vroeg aan God om me gelukkig te maken. God zei: Neen. Gelukkig worden is jouw levenstaak.
Ik wil je wel mijn zegen geven.
Ik vroeg aan God om mij van mijn ziektepijn te sparen. God zei: Neen. Pijn geduldig dragen doet groeien.
Dat kan je dichter bij mij brengen.
Ik vroeg aan God om me geestelijk te doen groeien. God zei: Neen. Groeien is iets dat uit jezelf moet komen.
Ik zal je wel snoeien zodat je beter vruchten draagt.
Ik vroeg aan God om me te helpen zoveel van mensen te houden als Hij van mij houdt.
God zei: Ah, eindelijk heb je het begrepen!
***
(67) Dertien levenslessen
- Stel bij belangrijke beslissingen de vraag: kan ik hier de volgende tien jaar mee leven?
Ga voort op je intuïtie, maar probeer achteraf je beslissing toch wat te rationaliseren.
- Vriendschap is een kostbaar bezit, wees er zuinig op. Wie zijn je vrienden? Niet je volgers op twitter of facebook, of zeker niet allemaal.
Sus Verleyen zei me eens: "Een vriend is de man of de vrouw waar je naartoe gaat als je zelfmoord wil plegen." Een huiveringwekkend mooie gedachte. Vrienden ontvielen me naarmate ik ouder werd, toch blijf ik hen in gedachten koesteren en af en toe denk ik:
"Wat zou hij of zij me nu hebben aangeraden?"
- Laat je zelfvertrouwen niet ondermijnen door testen of evaluaties. Geen enkele ervan ontdekt je werkelijke talenten of de fundamentele krachten die in jou werken. Laat jezelf en vooral je kinderen geen trauma's of psychoses en bijhorende pillen aanpraten. En vooral stop er tijdig mee.
Afhankelijkheid en zelfs verslaving komen op kraaienpootjes.
- Probeer veeleer als een verzoener dan als een twistzoeker door het leven te gaan.
- Betoon meer respect voor een leerkracht of verpleegster dan voor entertainers en reclamejongens.
- Wees niet te streng voor jezelf en vooral niet voor je omgeving.
- Wees creatief. Met een partner die je creativiteit kan stimuleren, zit je gebeiteld.
- Sublimeer, koester het mysterie rond geboorte, leven en dood. Herleid het niet tot atomen, cellen en genen.
- Ontdek de kracht die uitgaat van cultuur, een meeslepend boek, een beklijvende melodie, een inspirerende foto, een geliefd schilderij.
- Laat je nooit leiden door rijkdom, uiterlijke schoonheid of huidskleur.
- Denk af en toe eens na over wat je met je leven wilt doen, over je lotsbestemming, je levensopdracht.
- Blijf verlangen naar wat je al bezit.
- Doe elke dag een goede daad, met het riciso dat je soms oudjes naar de overkant van de straat helpt die daar helemaal niet hoefden te zijn.
Hugo De Ridder in Tertio nr 647-648
naar boven ^
(66) Vakantiezaligsprekingen
Zalig zij die zich kunnen ontspannen en slapen zonder excuses te zoeken: zij zullen hun evenwicht bewaren.
Zalig zij die met zichzelf kunnen lachen: ze blijven zich amuseren.
Zalig zij die een berg kunnen onderscheiden van een molshoop: ze zullen zich heel wat moeite besparen.
Zalig zij die kunnen zwijgen en luisteren: hun weg zal zonnig zijn.
Zalig zij die denken voor ze doen en bidden voor ze denken: ze zullen heel wat stommiteiten vermijden.
Zalig zij die verstandig genoeg zijn om zichzelf niet te ernstig te nemen: ze zullen door anderen gewaardeerd worden.
Zalig zijn jullie, als je in staat bent het gedrag van anderen zo mild mogelijk te interpreteren, zelfs al heeft het de schijn tegen:
je zult beschouwd worden als naïevelingen maar dat is de prijs van de naastenliefde.
Zalig zijn jullie vooral, als je de Heer kunt erkennen in alle mensen die je ontmoet: dan heb je de wijsheid gevonden.
Joseph Folliet in "Mensen Onderweg"
***
(65)

(64) Goede communicatie geneest
Kwaliteit en vorm kunnen verschillen maar communicatie is er altijd, ook als we niets zeggen. Alle gedrag is immers communicatie.
Het lichaam spreekt zijn eigen taal, wel is waar zonder woorden, maar liegt zelden.
Daarom is het belangrijk dat, als we communiceren, we symbolen gebruiken waaraan we dezelfde betekenis hechten.
Zo bedoelen we bijvoorbeeld met "iemand bevestigen", "het goede in de ander opsporen en dit aan hemzelf tonen".
Goed luisteren vraagt bewogenheid en openheid en vervalt zeker niet in moraliserend beleren.
Het is ook beter echt aanwezig en aandachtig te zijn dan wel advies te geven.
Ook de stilte is communicatie, deze stilte uithouden en er doorheen komen kan warme nabijheid betekenen.
Iemand helpen te laten zeggen wat hij/zij zelf voelt is belangrijker dan veel begrijpen of grote empathie.
Ook negatieve gevoelens toelaten en beluisteren zonder ze een waarde-oordeel te geven is meer opbouwend dan "goede raad" geven.
***
naar boven ^
(63) Dag grote Fotograaf
Dag grote Fotograaf, ik zou graag jouw fotoalbum eens zien.
Na al die eeuwen zal het vast en zeker wel dik zijn, want Jij vergeet geen mens en hebt oog voor al wat er gebeurt.
Maar nog het liefst van al had ik ook zo'n camera met breedbeeldlens om oog en aandacht te hebben voor de hele wereld om mij heen.
En ook jouw zoomlens wil ik wel gebruiken want die moet ongelofelijk sterk zijn zoals Jij in elke mens het goede kunt blijven zien!
Ik zou graag mijn eigen foto eens bekijken want alleen Jij hebt een beeld dat alles toont van mij en dat is veel meer dan mijn buitenkant.
Of toch maar beter niet, zie eens dat ik teveel verschiet!
En zelfs die camera, God, hou Jij die maar bij; geen enkele andere fotograaf zal die hanteren zoals Jij.
Jij maakt immers beelden van onze mooiste kant; aan al jouw foto's zit een gouden liefdesrand.
Ik dank je, grote Fotograaf en eindig toch nog met een vraag:
wil Jij de lens zijn van mijn hart en mij dag na dag een beetje leren hoe ik liefdevol kan portretteren al wie op mijn levensweg passeren?
Dankjewel voor die vele foto's van mij. Jij vindt me de moeite waard, dat maakt me blij!
Patrick Leenknecht
***
(62) Ik vroeg...
Ik vroeg om kracht en God gaf me moeilijkheden om me sterk te maken.
Ik vroeg om wijsheid en God gaf me problemen om te leren op te lossen.
Ik vroeg om voorspoed en God gaf me verstand en spierkracht om mee te werken.
Ik vroeg om moed en God gaf me gevaren om te overwinnen.
Ik vroeg om liefde en God gaf me mensen om te helpen.
Ik vroeg om gunsten en God gaf me kansen.
Zo ontving ik niets van wat ik vroeg
maar ontving ik alles wat ik nodig had.
***
(61) Ik zou zo graag...
... zo mild zijn als Hij: met de vingers in het zand schrijven in plaats van mensen met de vinger te wijzen.
... zo stil zijn als Hij: kunnen leven vanuit een bestendige inwendige rust, een biddende vrede.
... zo verontwaardigd zijn als Hij: zich daadwerkelijk ergeren aan onrecht en zich geriskeerd inzetten voor zijn diepste overtuiging.
... zo gegeven zijn als Hij: zonder voorwaarde, zonder voorbehoud, zo gratis als een genade, een goddelijke ontmoeting.
... zo tactvol zijn als Hij: delicaat als tegenover de vrouw aan de Jacobsput, fijngevoelig als tegenover Maria Magdalena.
... zo genezend zijn als Hij: helen en heilzaam zijn voor duizenden mensen, die pijn hebben van binnen en van buiten.
... meer zoals Jezus zijn, een zegen voor mensen.
***
naar boven ^
(60) Wijsheid
Wijsheid is een kostbaar geschenk, dat God enkel geeft aan degenen die het echt zoeken, aan hen die openheid hebben om met oprecht respect en nederigheid te luisteren naar anderen.
Wees nooit bang om naar anderen te luisteren, mijn zoon, hoezeer ze ook van jou verschillen, en hoe vreemd hun gewoonten in jouw ogen ook zijn.
Want de Waarheid, mijn zoon, is als een schitterend geslepen diamant: ze is één, maar heeft duizend facetten, kleuren, aspecten en reflecties.
Ieder mens die eerlijk naar de waarheid zoekt, zal je iets belangrijks te vertellen hebben, maar onthoud dat niemand haar ooit volledig zal bezitten.
De volle waarheid is het voorrecht van God alleen.
Geef daarom je vertrouwen aan hen die in nederigheid de waarheid zoeken, maar houd veilige afstand van hen die beweren haar gevonden te hebben.
En onthoud: een wijs man, en een wijs koning des te meer, opent zijn geest voor anderen, maar levert hem nooit aan hen over.
Uit "Afscheid van de keizer" door Dirk Collier
***
(59) Een ontmoeting die raakt
Heb je het ooit beleefd: iemand die van je houdt, zodat je hart in je keel klopt?
Het zijn ontmoetingen die je door en door raken. Je wilt dingen zeggen die blijven, maar ze zijn onzegbaar.
Het is een woordeloos spreken, maar wat niet gezegd wordt, wordt toch verstaan. Als de ander niet aanwezig is, toch leeft hij in jou, onvergetelijk.
Paulus schreef eens: "Niet ik leef, maar Christus leeft in mij!" Zo is het. De ander leeft in jou, hij doortintelt heel je denken en doen.
Heb je ooit dicht bij lijden en dood gestaan? De onbegrijpelijke pijn dwars door je hart, de wurgende greep van een onzegbaar verlies,
of het langzaam aftakelen van iemand die je dierbaar is. Wat kun je dan nog zeggen, behalve een woordeloze aanwezigheid.
Ieder woord van troost doet dan pijn.
Je weent met je hoofd tegen de muur of over je grenzen heen kom je bij Hem die menselijker dan wie ook heeft geleefd en die weet wat lijden is.
Misschien begrijp je het zo nog beter: ken je mensen die nooit je verjaardag vergeten, die altijd het juiste kaartje vinden, een vriendelijk woord weten.
Ze zijn er op het juiste moment en verdwijnen weer vooraleer ze in de belangstelling staan. Het zijn onvergetelijke mensen. Zo iemand was Christus.
De Emmaüsleerlingen zagen Hem en Hij was verdwenen, maar hun hart brandde. Hij was aan het meer, ze wisten het, maar niemand zei het.
Als Hij weg was, dachten ze: we hadden het moeten zeggen.
Vertel maar eens aan iemand een ontmoeting die je helemaal heeft geraakt. Je kunt alleen zeggen hoe hartverwarmend het was.
Erik Stynen
***
(58) Onze vriendschap
- Maar waar beginnen, Vader? Zeg het me! Vroeg Tancredo.
- Het meest dringende, antwoordde Franciscus, is te verlangen de Geest van de Heer te hebben. Hij alleen kan ons goed maken, grondig goed, met een goedheid die met ons diepste wezen totaal vergroeid is.
Hij zweeg een ogenblik. Dan hernam hij:
- De Heer heeft ons gezonden om de mensen het Evangelie te brengen. Maar heb je er reeds over nagedacht, wat dat is? Een mens het Evangelie brengen, zie je, dat is hem zeggen: ook van u houdt God in de Heer Jezus. En hem dat niet alleen zeggen, maar het ook werkelijk menen. En het niet alleen menen, maar zich met die mens zo gedragen, dat hij voelt en ontdekt, dat er in hem iets bestaat dat gered is, dat groter en edeler is dan hij dacht, en zo tot een nieuw zelfbewustzijn ontwaakt.
Dat is hem de goede boodschap melden. Je kan het niet, zonder hem je vriendschap aan te bieden. Een werkelijke, belangloze vriendschap, zonder neerbuigende vriendelijkheid, maar die bestaat in diep vertrouwen en diepe achting.
We moeten naar de mensen gaan. Het is een delicate taak. De wereld van de mensen is een onmetelijk slagveld voor rijkdom en macht. En teveel lijden en wreedheid verbergen hun Gods Gelaat. Als we naar hen gaan, mogen we hun vooral niet voorkomen als een nieuw soort mededingers.
We moeten onder hen staan als de tot vrede gekomen getuigen van de Almachtige, mensen zonder begeerten en zonder minachting, die in staat zijn werkelijk hun vrienden te worden. Onze vriendschap verwachten zij, een vriendschap die hun laat aanvoelen, dat God van hen houdt en dat Jezus Christus hen verlost heeft.
Eloi Leclerc, Wijsheid van een Arme, Patmos 1983
***
naar boven ^
(57) Openbloeien als mens en als christen in tien stappen naar de vrede
- Onszelf aanvaarden zoals we zijn en met vreugde.
- De andere aanvaarden zoals hij is, te beginnen met wie dichtstbij leeft: man of vrouw, ouders, broers, zusters, buren, familie.
- Ons nooit met 'n ander vergelijken; vergelijken leidt tot hoogmoed of ontmoediging. Geen van beide maakt gelukkig.
- Conflicten oplossen met elkaar; durven zeggen wat op onze lever ligt.
- Zelf de eerste stap zetten nog voor de avond; de zon mag over uw toorn niet ondergaan.
- Meer kijken naar wat we al gekregen hebben dan wat ons nog ontbreekt; meer danken dan klagen.
- Goed spreken van 'n ander.
- Leven in de waarheid; goed goed noemen en kwaad kwaad.
- Eerst spreken over wat ons bijeenbrengt, pas daarna over wat ons verdeelt.
- Geloven dat vergeven meer is dan gelijk hebben.
Kardinaal Godfried Danneels
***
(56) De aarde op vakantie!
Heb jij daar ooit al eens aan gedacht: niet alleen jij, maar ook de aarde op vakantie?!
Wat zou dat tof zijn voor Moeder Aarde: eens relaxen, niet altijd klaaarstaan voor Jan en Alleman,
eens niét produceren maar sabbat houden, opademen, herscheppend genieten.
Hoelang?
Eén dagje sabbat, of enkele weken zoals wij, of ineeens een vol jaar?
Sabbatical heet dat, een sabbatsjaar, een jaar van rust.
Waarom niet?
Dat het water een jaarbede lang eens niet vervuild wordt, de vissen zich weer kunnen verblijden en vermenigvuldigen,
dat het gekapte hout van de Amazone een jaarbeurs lang niet genoteerd wordt, zodat de long van onze aarde weer ademtocht krijgt,
zodat de uitputting van grondstoffen een jaardividend lang geen kans krijgt, zodat de goudkoorts op speculatie minder ziekelijk wordt,
dat de biodiversiteit haar bloeiend en stralend jaarfeest kan houden, dat de multicultuur jaarlijks terrein wint op de monocultuur.
Vormt de Regenboog niet een adembenemend schouwspel?
Zeven kleuren naast elkaar, één voor één schitterend maar toch met elkaar zo schoon multicolores, veelkleurig!
Er is nog zoveel te verwonderen!
Laat de tijd een jaartelling lang eens stilstaan:
dat niet de koele efficiëntie of het harde wat-brengt-het-op-systeem de boventoon voert, maar het glunderen,
het zich verkneukelen als blije kinderen in de zon: fleurig, joviaal, goedgezind, paradijselijk en ontwapenend,
aarde en mens in harmonie: laten leven en doen genieten...
Jawel, laten we de aarde eens een jaarfeest geven, wat haar al lang toekomt: VAKANTIE, VERLOF, SNIPPERJAAR, ADEMPAUZE, SABBAT.
Dat is ons Moeder toch van harte gegund?! Zo kan ze verder voor ons zorgen!
Egbert Rooze (Tertio nr 593 - 2011)
***
(55) Gelukkig zij die...
- Gelukkig zij die kunnen lachen om zichzelf, zij zullen er gans hun leven deugd aan beleven.
- Gelukkig zij die een berg van een molshoop kunnen onderscheiden, zij zullen van veel zorgen gespaard blijven.
- Gelukkig zij die kunnen zwijgen, want zij zullen veel nieuws leren.
- Gelukkig zij die verstandig genoeg zijn om zichzelf niet al te ernstig te nemen, zij zullen door hun omgeving gewaardeerd worden.
- Gelukkig zij die kunnen luisteren naar de wensen van de anderen, want zij zullen vreugde zaaien.
- Gelukkig zij die nadenken alvorens te handelen, want zij zullen veel dwaasheden vermijden.
- Gelukkig zij die niet kwaad worden wanneer men hen tegenspreekt of op de tenen trapt, want dan begint het evangelie in hun hart te leven.
- Gelukkig vooral zij die in alle mensen de Heer kunnen herkennen, zij hebben het ware licht gevonden.
Philippus Neri (16e eeuw)
***
naar boven ^
(54) Een andere kijk op herderschap
De klassieke invulling van herderschap is ons allen bekend: de herder trekt voorop, de kudde volgt. Als de herder de weg kwijt raakt, verdwaalt de kudde met hem. Maar bij Jezus, het oermodel van de herder, zien we iets heel anders. Jezus toont in alles wat volwassenvorming is. Hij leeft zijn mensen de liefde voor en zegt vervolgens: word nu zelf verantwoordelijk, bemin op jouw beurt.
Iedereen kan in een goed beleefde kerkgemeenschap zowel leiden als zich laten leiden, mits we worden onthaald, begeleid en uitgedaagd.
Wat moeten we ons daar concreet bij voorstellen? Het antwoord klinkt schijnbaar egoïstisch: de Kerk zou mij moeten bieden wat ik nodig heb.
En wat ik nodig heb - net als iedereen - dat is dat ik als persoon door anderen onthaald mag worden, dat ik begeleid word op mijn levensweg, en dat ik uitgedaagd word om te groeien.
- Onthaald: omdat er in mij die hunker leeft om graag gezien te worden en gewaardeerd te worden in wie ik ben.
- Begeleid: omdat ik niet eenzaam door het leven wil gaan maar samen met anderen dingen wil beleven en realiseren.
- Uitgedaagd: omdat anderen mij helpen mezelf beter te leren kennen, met mijn angsten en beperkingen, en mij een stapje verder laten zetten door hun supporteren en door hun geloof in mij.
Ik moet dan wel verantwoordelijkheid opnemen voor wat ikzelf nodig heb en mij dus laten onthalen, begeleiden en uitdagen. Dat vraagt van mij dat ik mijn zelfgenoegzaamheid durf los te laten en aan anderen niet enkel mijn sterke maar tevens mijn zwakke kanten durf laten zien.
Als wij allen onthaald, begeleid en uitgedaagd willen worden, dan moeten wij zelf ook bereid zijn anderen te onthalen, te begeleiden en uit te dagen.
We spreken hier dus over een nieuwe levenssstijl, die mede gevoed en gedragen wordt door ons geloof. Het gaat om een ultiem democratisch kerkmodel,
waarin ieder zelf verantwoordelijkheid opneemt voor zijn eigen noden en anderen helpt verantwoordelijk te worden voor wat zij nodig hebben.
Kort gezegd: wie geherderd wil worden moet zelf ook herderen.
Encounter Vlaanderen - Topic nr 3/2010
***
(53) Ja tegen het leven...
Het leven kiezen en niet de dood, dat is instemmen met het grote ja tegen het leven...
Wij zijn geneigd het leven te beamen in bepaalde situaties, onder zekere voorwaarden, bijvoorbeeld als het jong, gezond, mooi en energiek is.
Het ja in de typisch bijbelse zin is een onvoorwaardelijk ja.
Het geldt ook bij ziekte en sterven, en het geldt met name voor hen die zo lang geminacht en genegeerd werden dat ze er zich bij neerlegden.
Het leven kiezen is juist dat je je niet neerlegt bij de vanzelfsprekende levensvernietiging om je heen
en bij het vanzelfsprekend cynisme dat daarmee gepaard gaat.
Het leven kiezen heet in de christelijke traditie geloven, geloven in de existentiële zin van vertrouwen en niet in de rationele zin van als-waar-aannemen.
Dorothee Sölle
***
(52) De paradox
De paradox van onze tijd is dat we meer middelen hebben maar minder tijd, hogere buildings en bredere autostrades,
maar kortere temperamenten en een smaller gezichtsveld, meer kennis maar minder oordeelsvermogen,
meer experts en toch meer problemen, meer medicijnen maar minder welzijn.
We drinken te veel, roken te veel, geven te roekeloos ons geld uit, lachen te weinig, rijden te snel, worden te vaak kwaad,
gaan te laat naar bed, staan te moe op, lezen te weinig, kijken te veel TV en bidden te zelden.
We hebben geleerd om een loopbaan uit te bouwen, maar niet om een leven uit te bouwen.
We hebben jaren aan ons leven toegevoegd, maar geen leven aan onze jaren.
We schrijven meer, maar leren minder. We plannen meer, maar bereiken minder. We hebben geleerd te rushen, maar niet te wachten.
We bouwen meer computers om meer informatie te bewaren, om meer kopieën te produceren dan ooit te voren, maar we communiceren minder en minder.
We maken geen tijd om elkaar te begrijpen, maar we nemen wel de tijd voor misverstanden.
Dit is het tijdperk van fast food en trage vertering, grote ego’s met kleine karakters, hoge winstcijfers en oppervlakkige relaties.
Dit zijn tijden van twee inkomens maar meer echtscheidingen, leukere huizen maar gebroken gezinnen.
Dit is het tijdperk van snelle trips, wegwerpluiers, wegwerpmoraliteit, éénmalige affaires, overgewicht,
en pillen die alles doen, van juichen, tot kalmeren, tot doden.
Het is een tijd waarin veel in de etalage ligt en niets in de voorraad.
Vrij naar George D. P. Carling (1937-2008), Amerikaan, stand-upcomedian, acteur, publicist
***
naar boven ^
(51) De zaligsprekingen
Wie kan ongevoelig blijven bij de zaligsprekingen?
“Gelukkig zij die arm zijn van geest. Gelukkig zij die zachtmoedig zijn.”
Het is een muziek waarvan de melodie de ziel doordringt.
“Gelukkig zij die wenen. Gelukkig zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid.”
Het is een lichte bries die zachtjes tot ons hart spreekt over geluk.
“Gelukkig zij die barmhartig zijn. Gelukkig zij die zuiver zijn van hart.”
Het is een open horizon die licht brengt in onze ogen.
“Gelukkig zij die vrede stichten.
Gelukkig zij die vervolgd worden omwille van de gerechtigheid.”
Nooit brengen we één van deze zaligsprekingen in de praktijk
of we brengen het beste van onszelf aan het licht.
Als we het risico nemen de zaligsprekingen te beleven,
dan worden we geen ontoegankelijke persoonlijkheden.
Integendeel, in de strijd die we voeren komt onze broosheid aan het licht.
Want diegenen die zich toeleggen op de bergrede zijn kwetsbare wezens,
die hun angsten en beproevingen proberen te overwinnen,
terwijl ze voortdurend om anderen bezorgd zijn.
In een wereld waarin zoveel eenzaamheid heerst,
zoveel harten dor en droog geworden zijn,
geven zij blijk van medelijden.
Zij plaatsen de liefde boven alles.
Voor hen bestaat er geen andere vloek dan een hart zonder liefde.
Jacques Gaillot (bisschop van Partenia)
***
(50) De vrede metterdaad
Mens-worden gebeurt op de dagelijkse levensweg.
Telkens opnieuw met mensen het leven instappen.
Altijd geloven in het "beter".
Mens-worden gebeurt op de dwaze weg van de Heer. Is het dwaze avontuur aanvangen van: mensen te geloven, te vertrouwen, lief te hebben.
Het is zich laten vangen door de mensen, aan hen lijden en sterven. Het is "neen" zeggen aan de weg van menselijke berekening - profijt - succes en geld.
Het is van God houden en de mens dienen. En de mens dienen is God op het spoor komen en van Hem houden.
We hebben zoveel uitvluchten: de weg is te pietluttig of te groot? Utopisch of juist reëel? Onmenselijk of juist diep menselijk?
Niemand gebruiken, verbruiken, misbruiken, geen onrecht verdragen, geen mensen veroordelen. Een goed mens begint met iets goeds te doen en vol te houden!
Blijven geloven dat het goed wordt voor jezelf en de anderen. Dat is de weg opgaan van de onvergetelijke Jezus.
W. Bruyninckx
***
(49) Mensen verschillen van elkaar
Wat is liefde eigenlijk?
Is het liefde als we mensen alleen maar accepteren en waarderen als ze aan onze verwachtingen voldoen?
Is het liefde als we ze veranderen in iets dat wij graag willen in plaats van dat we de keus aan hen overlaten?
Is het liefde als we om ze geven of ze vertrouwen omdat ze net zo denken en voelen als wijzelf?
Dat is zeker geen liefde. Misschien ervaart degene die geeft het als liefde, maar niet degene die ontvangt.
Echte liefde is onvoorwaardelijk. Zij stelt geen eisen maar bevestigt en waardeert.
Onvoorwaardelijke liefde is niet mogelijk zonder erkenning en aanvaarding van de verschillen die er tussen ons zijn.
Zolang we ten onrechte geloven dat het beter voor onze geliefden is als ze net zo denken, voelen en zich gedragen als wij, heeft de ware liefde geen kans.
Wanneer we ons er eenmaal van bewust zijn dat de mensen niet alleen verschillend van elkaar zijn, maar dat ze dit ook horen te zijn,
wijken de hindernissen die de ware liefde in de weg staan.
John Gray
***
naar boven ^
(48) Heeft de kerk nog toekomst?
In de eerste plaats moeten gelovigen opnieuw de moed opbrengen om ronduit en zonder schaamte voor hun christelijke identiteit uit te komen.
Indien bijvoorbeeld een leraar een betere leraar zou zijn omdat hij christelijk is, zou de wereld er na verloop van tijd heel anders uitzien.
Verder is het belangrijk dat christenen biddende mensen zijn en dat ze als blije mensen in hun kerken samenkomen.
Ten slotte moeten ze de christelijke naastenliefde durven propageren.
De kerk is geen machtskerk meer. De enige macht waarover de kerk beschikt is de macht van het hart.
Het is aan christenen om in deze harde wereld te getuigen van de zachtheid van het evangelie.
Het falen van andere mensen moeten ze met milde ogen bekijken.
Met andersdenkenden moeten ze omgaan als broeders in plaats van rivalen.
Kardinaal Tauran (Frankrijk)
(47) Wakker blijven
Voor elk engagement, voor elke afspraak grabbelen we naar onze agenda om er nog dat spreekwoordelijke 'gaatje' te vinden, om te zien 'of het past'.
Het is vaak wikken en wegen, vooral afwegen: wat krijgt voorrang?
Een agenda wordt waardeloos wanneer het over engagement tegenover Jezus gaat.
Zijn vraag luidt niet: "Zou het misschien een keer kunnen passen?"
Zijn vraag is heel direct en ondubbelzinnig: "Is 't ja, of is 't neen?"
We zouden ons antwoord liefst nuanceren en laten variëren met de tijd en volgens onze beschikbaarheid.
Net dàt is de bekoring waarvoor we moeten vragen behoed te worden:
- dat we niet zouden denken dat het allemaal weinig zin heeft (een gedachte die zich vlug van je meester kan maken wanneer je de gang van de wereld bekijkt);
- dat we niet zouden opgeven omdat er zo weinig direct resultaat te bekennen valt van wat wij doen;
- dat we ook anderen niet meeslepen in ontmoediging.
Wat krijgt onze voorrang?
Vertrouwen dat Jezus met ons is, al zien we Hem niet, wakker blijven om dienstbaar te kunnen zijn,
vertrouwen dat niets van wat goed is verloren gaat, al moeten we soms lang wachten op de 'oogst'.
Neem straks je agenda en schrijf zonder aarzelen bij élk van de dagen van het jaar: 'wakker blijven'.
(46) De langste adem
We zijn al zo lang op weg naar een plek waar het beter moet zijn, misschien hebben wij het ons te eenvoudig voorgesteld...
Geloofden we niet dat wij de angst konden overwinnen: de angst van de aidspatiënt, de angst van het Turkse meisje om uitgewezen te worden,
de angst van de ouders met ouder wordende kinderen, de angst van de bejaarden om geschrapt te worden...
We zijn al zolang op weg, misschien reeds jaren de verkeerde kant op, weg van de stad van hoop naar een dorp waar alles beter is.
Dachten wij niet dat wij vrij waren en bevrijden konden: de jeugdigen die schoolmoe zijn, die vrouwen die omwille van hun vrouw zijn onrecht worden aangedaan,
die drugsverslaafden zonder werk, die slachtoffers van een te druk en te snel verkeer, diegenen die leven onder oorlogsdruk,
diegenen die het levensnoodzakelijke ontberen...
We zijn al zo lang op weg naar geluk. Misschien ontmoeten wij op onze weg iemand die zijn brood en wijn met ons wil delen...
Wij hebben de langste adem, wij bouwen de menselijke stad, wij hebben de betere toekomst nodig om betere methoden te vinden voor het leven voor elkaar.
Daar zal eens iemand brood verdelen dat voldoende is voor allen, daar zal eens iemand opstaan uit de doden...
Dorothee Sölle
***
naar boven ^
(45) Op goede voet
Wees kalm temidden van het lawaai en de haast en bedenk welk een vrede er in stilte kan heersen.
Sta op goede voet met alle mensen zonder jezelf geweld aan te doen.
Zeg je waarheid rustig en duidelijk en luister naar anderen, ook zij vertellen hun verhaal.
Mijd luidruchtige en agressieve mensen, zij belasten de geest.
Wanneer je je met anderen vergelijkt zou je ijdel en verbitterd kunnen worden want er zullen altijd grotere en kleinere mensen zijn dan jezelf.
Geniet zowel van wat je hebt bereikt als van je plannen.
Blijf belangstelling houden voor je eigen werk, hoe nederig dat ook moge zijn, het is een werkelijk bezit in het veranderlijke fortuin van de tijd.
Betracht voorzichtigheid bij het zaken doen want de wereld is vol bedrog.
Maar laat dit je niet verblinden voor de bestaande deugd, vele mensen streven hoge idealen na en overal is het leven vol heldendom.
Wees jezelf. Veins vooral geen genegenheid. Maar wees evenmin cynisch over de liefde, want bij alle dorheid en ontevredenheid is zij eeuwig als gras.
Volg de loop der jaren met gratie, verlang niet naar een tijd die achter je ligt.
Kweek geestkracht aan om bij onverwachte tegenslag beschermd te zijn. Maar verdriet jezelf niet met spookbeelden.
Vele angsten worden uit vermoeidheid en eenzaamheid geboren.
Leg jezelf een gezonde discipline op maar wees daarbij lief voor jezelf.
Je bent een kind van het heelal, niet minder dan de bomen en de sterren, je hebt het recht hier te zijn.
En ook al is het je wel of niet duidelijk, toch ontvouwt het heelal zich zoals het zich ontvouwt en zo is het goed.
Heb daarom vrede met God, hoe je ook denkt dat Hij moge zijn ...
en wat je werk en aspiraties ook mogen zijn, houd vrede met je ziel in de lawaaierige verwarring van het leven.
Met al zijn klatergoud, somberheid en vervlogen dromen is dit toch nog steeds een prachtige wereld.
Wees voorzichtig. Streef naar geluk.
Tekst gevonden in de oude Sint-Pauluskerk in Baltimore, gedateerd 1692.
***
(44) Geluk en verdriet
God heeft plezier in alles wat we zijn. Dit geluk kan samengaan met verdriet. Alle vreugdevolle heiligen hadden ook verdriet. Sint-Dominicus lachte overdag met zijn broeders en weende 's nachts met God om het lijden van de wereld. Sint-Franciscus was vervuld van vreugde, maar hij droeg de stigmata. Geluk betekent dat we Gods plezier in de mensheid delen. En dat betekent dat we ook Gods verdriet over het lijden van zijn zonen en dochters moeten delen. Je kunt het ene niet hebben zonder het andere. Verdriet holt ons hart uit, zodat er een ruimte ontstaat waarin Gods geluk kan wonen.
Het tegenovergestelde van geluk is niet droefheid, maar ongevoeligheid. Dat is weigeren om door andere mensen geraakt te worden. Je trekt dan een harnas aan dat je beschermt tegen ontroering. Als je gelukkig zou zijn, zou je je blootgeven en dus kwetsbaar zijn. Geluk en echt verdriet zijn extatisch. Ze bevrijden ons van onszelf, om genoegen te scheppen in andere mensen en verdriet te hebben om hun pijn. De slechte dief weigert dit. De goede dief durft het aan, zelfs aan het kruis. En daarom kan hij het paradijs als geschenk aanvaarden.
Timothy Radcliffe
***
(43) Wil je naar mij luisteren?
Als ik je vraag naar mij te luisteren en je begint mij adviezen te geven, dan doe je niet wat ik je vraag.
Als ik je vraag naar mij te luisteren en jij begint mij te vertellen waarom ik iets niet zo moet voelen als ik voel, dan neem je mijn gevoelens niet serieus.
Als ik je vraag naar mij te luisteren en je denkt dat jij iets moet doen om mijn problemen op te lossen, dan laat je mij in de steek, hoe vreemd dit ook mag lijken.
Maar, wanneer je eenvoudig aanvaardt, dat ik voel wat ik voel, ongeacht hoe dat gevoel ook moge zijn,
dan kan ik ophouden te trachten je te overtuigen en kan ik de taak aan om te beginnen te begrijpen, wat er achter dit gevoel schuilgaat.
Misschien is dat de reden waarom voor sommige mensen bidden werkt, omdat God niets terugzegt en Hij geen adviezen geeft of probeert om de dingen voor je te regelen.
Hij luistert alleen maar en vertrouwt er op dat je er zelf wel uitkomt.
Dus, alsjeblieft, luister alleen maar naar me en probeer me te begrijpen.
En als je wilt praten, wacht dan even en ik beloof je dat ik op mijn beurt naar jou zal luisteren.
Leo Buscaglia
* **
naar boven ^
(42) De vrede in het spreken
Mensen zouden meer naar elkaars verhaal moeten luisteren...
Naar woorden en het leven dat er achter steekt,
naar het stamelen van gevoelens, luisteren naar hun vrezen en hun vreugde,
naar het uiten van hun verwondering, hun zoeken meestal en hun vinden soms.
Luisteren is helpen bevrijden en zelf bevrijd worden.
Als mensen meer naar elkaars verhaal zouden luisteren,
dan zouden ze meer op het verhaal van Jezus komen,
op het verhaal van God met mensen,
en ook op het eigen levensverhaal...
Wie het leven beluistert, kan het ook lezen.
Als mensen niet naar mensen kunnen luisteren hoe zouden ze dan God kunnen horen?
Als mensen niet in mensen kunnen geloven hoe zouden ze dan in God kunnen geloven?
***
(41) De mens werd niet geschapen om te wanhopen
Als vertrouwen van het hart aan het begin van alles stond, wie zou dan nog kunnen zeggen: "Wat doe ik hier op aarde?" Om overal op aarde, in Oost en West, in Noord en Zuid, vertrouwen te laten groeien, is jouw leven nodig en dat van vele anderen.
Als je verteerd werd door de hartstocht voor vergeving, zou je een vonk van gemeenschap ontsteken tot in de nacht van de volken.
Je hebt de ervaring van een heel leven niet nodig om te beginnen.
Vergeet niet dat in de moeilijkste tijden vaak een klein aantal vrouwen, mannen, jongeren en zelfs kinderen, overal op aarde, in staat waren de loop van sommige historische ontwikkelingen te keren. In gemeenschap met Christus Jezus bleven zij hopend bidden, of een leven van aanbidding leiden. Zij waren een onzichtbaar zuurdesem van verzoening onder gelovigen en niet-gelovigen.
Ook tegenwoordig zijn er mensen die alles in zich hebben om vastgelopen situaties om te vormen. De tijd van wantrouwen, of zelfs van argwaan, laten zij achter zich; zij hebben alles in zich om een periode van vertrouwen en verzoening in het leven te roepen.
In hun verlangen verdeeldheid te genezen, staan zij onder de mensen op als tekens van het onvermoede.
Je kunt ze herkennen. Zij werden gesmeed in uren van onbegrijpelijke beproevingen. Zij houden vol, ondanks alles, ook als alles onbeweeglijk blijft.
Door hun leven te geven, laten zij zien dat de mens niet geschapen werd om te wanhopen.
Broeder Roger van Taizé
***
(40) Vergelijking
Maar als we er eens toe zouden komen uit te gaan van de gedachte dat het er in ons leven echt niet toe doet hoe wij zijn in vergelijking met anderen,
maar van wat God ons gegeven heeft, dan daalt er ineens en voor het eerst vrede in ons hart neer.
Want God zal ons niet vragen waarom wij geen Mozes geweest zijn, geen Abraham of Jeremia, God zal ons heel nuchter en eenvoudig vragen waarom wij,
gegeven de omstandigheden, verzuimd hebben onszelf te worden. Niet meer - niet minder.
Dit is de hele kunst van ons leven: onze eigen maat te vinden en leren kennen en waarderen.
De hele kunst in de omgang met onszelf en met elkaar bestaat immers hierin, dat wij elkaar het gevoel laten krijgen dat wij goed zijn zoals we zijn,
dat dit in Gods ogen volkomen terecht en juist is.
Meer is niet nodig om gelukkig te zijn, om écht te leven, om met zichzelf vrede te vinden en op een dag voor God te kunnen staan in vol vertrouwen en zonder angst.
Eugen Drewermann
***
naar boven ^
(39) Jezelf vergeven
Kwetsuren moeten kunnen geheeld worden.
Kies ervoor om een heilzame weg te gaan, zonder overhaasting:
- halt toeroepen aan alle bitterheid en wrok, maar tegelijkertijd ook halt toeroepen aan het onrecht
- je eigen gekwetst zijn erkennen en dit niet wegduwen zodat het voortwoekert
- je woede aanvaarden en aanwenden als een kracht ten goede.
Echt vergeven begint met jezelf te vergeven.
Door de harde klap die je gekregen hebt, zeker als die van een vriend komt, is je innerlijke harmonie stukgeslagen.
Ontgoocheling, onrecht of onheil roepen zoveel tegenstrijdige reacties op dat je innerlijke wereld erdoor overspoeld wordt.
Je geraakt verstrikt in jezelf en je gaat hoge eisen aan jezelf stellen.
Twee delen in jezelf komen zo lijnrecht tegenover elkaar te staan.
Het ene stelt onmogelijke eisen terwijl het andere alle beschuldigingen ondergaat.
Daaruit komen schuldgevoelens, vage angst en depressieve buien voort.
« Wanneer iemand wreed is voor zichzelf, hoe zou hij dan medelijden kunnen hebben met anderen? » zegt een oosterse spreuk.
Hoe kom je tot dit jezelf vergeven ?
Neem het voornemen, en hernieuw het regelmatig, je van elke minachting of haat tegenover jezelf te bevrijden.
Vraag God je bij dit vergevingsproces aan jezelf te helpen en je hart met kracht en liefde te vervullen.
Luister hoe je hart je onbeminde deel toefluistert : « Ik vergeef je je zwakheid, je gekwetste persoonlijkheid, je overdreven verwachtingen, al je fouten. Ik vergeef je. »
Laat begrip en achting voor jezelf en de milde vrede van je hart heel je wezen doordringen.
De bevrijding die je voelt omdat je jezelf vergeven hebt zal je beter in staat stellen om anderen te begrijpen en te vergeven.
***
(38) Ontmoeten is
De stap durven zetten,
je ware gezicht durven tonen,
je vrees en je onzekerheid opzij schuiven
en je vertrouwen aan iemand schenken,
weten dat je geborgen bent.
Ontmoeten is niet veel vragen stellen,
aandringen of uitpluizen,
beslag leggen of veroordelen.
Ontmoeten is nooit "moeten".
Het is aanvoelen, luisteren en stil worden.
Ontmoeten geeft nieuwe horizonten aan je leven.
Je moet voortaan je kleinheid,
je onmacht niet meer verbergen.
Je hoeft ze niet langer alleen te dragen.
Er is iemand bij wie je altijd terecht kunt.
Erik Stijnen
***
(37) Stoepmensen
Je oor te luisteren leggen naar het kloppen van het leven,
niet vervuld van eigen weten, jaarlijkse planning, kerkelijk beleid.
Laten we eerlijk zijn, nooit hebben we samen op de stoep gezeten,
tussen razend verkeer en de haast van mensen, op dezelfde harde arduin.
Steeds stonden wij rechtop en we wisten wat de stoepmensen nodig hadden.
Vóór dat zij één woord spraken lagen reeds tien volzinnen in onze mond.
Onze goede wil stak boordevol warmte.
God en geloof, kerk en Jezus, voor ons was het geen probleem.
Maar op de stoep bleef het koud.
Onze woorden vond men mooi en wij werden bevestigd in eigen waan:
'het is goed dat ge het ons eens zegt', 'wij snappen niet veel van al die dingen...'
In Jezus' naam wilden we de anderen veranderen en begrepen niet dat tot ons gezegd werd:
'Ga zitten bij de put, of op de stoep', 'Vraag zelf eerst te drinken...'
Laten we eerlijk zijn, op de stoep zijn we nooit gaan zitten, nooit op 'n zelfde, harde arduin.
We hebben het nu gezegd voor eeuwen, laten we dan voor één keer eens luisteren.
'n Oor te luist'ren leggen, niet vervuld van eigen plannen maar leeg
om vol te worden van mensen, in Jezus' Naam.
Paul Scheelen
***
naar boven ^
(36) Wij zijn slechts werklieden
Het is goed om af en toe een stap terug te zetten en om te kijken naar wat achter ons ligt.
Het Rijk Gods gaat immers niet alleen onze inspanningen te boven, maar soms hebben we er zelfs helemaal geen zicht op.
Gedurende ons leven realiseren we slechts een klein gedeelte van Gods werk.
Niets van wat we verwezenlijken, zien we ooit voltooid...
Geen enkele van onze verklaringen geeft echt weer wat we willen zeggen.
Geen enkel gebed geeft volledig ons geloof weer.
Geen enkele godsdienst is helemaal perfect.
Geen enkel pastoraal bezoek is helemaal af.
Geen enkel programma voltooit de zending van de kerk.
Geen enkele verzameling doelstellingen en objectieven is compleet.
Zo zitten wij nu eenmaal in elkaar. We planten zaadjes die ooit zullen opschieten. Wij begieten de jonge plantjes in het besef dat ze de belofte van de toekomst in zich dragen. We leggen de fundamenten van wat moet worden opgetrokken. Wij bereiden het zuurdeeg dat resultaten zal geven die wij nooit kunnen bereiken.
We kunnen niet alles doen, en dit beseffen geeft ons een gevoel van bevrijding. Het laat ons toe een bepaalde taak op te nemen en ze zo goed mogelijk uit te voeren. Misschien slagen we er niet in ze te voltooien, maar het is alvast een begin, een stap verder op onze weg. Het geeft ons de kans om Gods genade in ons binnen te laten en Hem de voleinding van ons werk toe te vertrouwen. Wij zullen nooit het eindresultaat van onze inspanningen zien, maar dat is nu eenmaal het verschil tussen de Meester en de werkman...
Wij zijn slechts werklieden, geen Meester, we zijn dienaars, geen Messias.
We zijn profeten van een toekomst die ons niet toebehoort.
Mgr. Oscar Romero
***
(35) Vacatures
De dienst voor arbeidsbemiddeling deelt mee dat er voor de opbouw van het Rijk van God nog vele vacatures (m/v) moeten ingevuld worden.
Daarom worden dringend gevraagd:
- Garagisten, die sleutelen aan grote en kleine foutjes.
- Leerkrachten wiskunde, die alles eerlijk verdelen.
- Mijnwerkers, die mensen uit de put halen.
- Duivenmelkers, die vredesduiven kweken.
- Zakenmensen, die tijd vrijmaken voor hun gezin.
- Deurwaarders, die alle oorlogstuigen in beslag nemen.
- Muzikanten, die fatsoenlijke muziek brengen.
- Opticiens, die blindheid wegnemen.
- Kleermakers, die de wereld in een nieuw kleed steken.
- Badmeesters, die mensen boven water halen.
- Wegenbouwers, die eenzamen met eenzamen verbinden.
- Fietsenmakers, die zorgen dat alles weer op wieltjes loopt.
- Tolken, die ons vreemdelingen leren verstaan.
- Slopers, die hinderlijke muren afbreken.
- Studenten, die zich bekwamen om iets te betekenen in onze samenleving.
- Portiers, die openheid bewerken.
- Installateurs, die meer warmte mogelijk maken.
- Metselaars, die woningen bouwen voor daklozen.
- Priesters en kloosterlingen, die de Blijde Boodschap niet voor zichzelf houden.
- Soldaten, die de vrede van de ene kant naar de andere kant schieten.
- Verpleegkundigen, die niemand alleen laten sterven.
- Jongeren, die ouderen vertrouwen schenken.
- Christenen, die daadwerkelijk bewijzen dat Christus niet dood is, maar leeft.
Uit "Kapstok" nr 116 (Mei 2008), het tijdschrift van de loodsen ("Pastoraal in de grootstad", Antwerpen): www.deloodsen.be
***
(34) De wetten of het hart
Cfr Marcus 7.2
Ons gaat het tegenwoordig niet meer om het probleem van joodse rituele wetten; maar geen feit lijkt tegenwoordig gevaarlijker dan het gegeven, dat wij al het uiterlijke uitstekend met ons verstand kunnen ordenen en met steeds nieuwe, schijnbaar betere wetten kunnen beheersen, terwijl wij tegelijkertijd vrijwel machteloos blijken, aandacht te besteden en waarde te hechten aan de gevoelsbewegingen en neigingen van ons hart.
Aan deze wanverhouding moet iets veranderen, en juist de godsdienst is er naar eigen opdracht en aard toe voorbestemd, dit te doen en tot stand te brengen.
Zou zelfs zij de vraag niet meer stellen: "Wat ben jij voor een mens?", "Door welke gevoelens word je gedreven?", "Wat gaat er om in je hart?", zou ook zij zich laten herleiden tot vragen van het genre, hoe je je aan tafel gedraagt en volgens welke vorm van etiquette je burgerlijk samenleeft, dan zou in onze maatschappij de laatste plek verdwijnen, waar mensen echt met elkaar kunnen leven; dan verloochende juist een zo volmaakt onder de knie gekregen godsdienst in naam van God de mens, dan lasterde zij God; ze hield op te geloven dat mensen, alle mensen Gods kinderen zijn en niet de geponste maakwerken van menselijke macht.
Het gaat er om, de mensen de onschuld van hun hart terug te geven, door alle cosmetica van de buitenkant en de schijn te laten varen.
Het gaat niet om de "beker", het gaat uitsluitend om het "hart", en zelfs de knapste wetten zijn niet zoveel waard als de mensen die daarmee moeten leven.
E. Drewermann
(33) Vriendschap
En een jongeman zei: Vertel ons over vriendschap.
En hij antwoordde als volgt.
Je vriend is het antwoord op wat je nodig hebt. Hij is de akker die je met liefde inzaait en onder dankzegging oogst. Hij is je gedekte dis en je plekje bij het haardvuur, want je komt tot hem met je honger en bij hem zoek je rust.
Als je vriend zich openhartig uitspreekt, ben je niet bevreesd ook je "nee" uit te spreken, noch houd je je "ja" terug.
En als hij zwijgt houdt je hart niet op naar het zijne te luisteren, want zonder woorden worden in vriendschap alle gedachten, alle verlangens,
alle verwachtingen geboren en gedeeld, met vreugde en luid vertoon.
Als je afscheid neemt van je vriend, ben je niet bedroefd, want wat je in hem het meest waardeert, wordt je wellicht duidelijker in zijn afwezigheid,
zoals de bergbeklimmer de berg duidelijker ziet vanuit de vlakte.
En laat je vriendschap geen andere bedoeling hebben dan het verdiepen van de geest, want liefde die iets anders zoekt dan het ontsluiten van haar eigen geheimenis is geen liefde, maar een uitgeworpen net, en alleen wat waardeloos is wordt gevangen.
Laat het beste wat je hebt bestemd zijn voor je vriend.
Als hij de eb van je tij moet kennen, laat hem dan ook de vloed kennen.
Want wie is je vriend dat je hem zou zoeken om de tijd te doden?
Zoek hem altijd om de tijd te leven.
Hij mag je behoefte vullen, maar niet je leegte.
En laat er in de zoetheid van de vriendschap sprake zijn van lachen en het delen van genoegens, want in de dauw van de kleine dingen vindt het hart zijn morgenstond en wordt verfrist.
Uit "De Profeet" - Kahlil Gibran
***
(32) Bootje Agenda
Cfr Marcus 4, 35-41
Er was eens een groep Jezusleerlingen. Samen beslisten ze om het meer van de samenleving te bevaren en alle windstreken te verkennen. Ze kochten zich een stevig bootje, dat ze 'Agenda' doopten. Ze laadden het vol voorraad voor onderweg: een mandje goede bedoelingen en een paar kratten vol plannen en projecten.
Ze hakten ook twee stevige roeispanen uit het hout van tijd en activiteit. Het bootje Agenda raakte zo stilletjes aan vol en aan boord was het een drukte van jewelste, want er was veel te doen. Er moest flink geroeid worden, want er stak af en toe wat tegenwind op.
Het meer van de samenleving bleek echter groter dan ze dachten en de vier windstreken leken wel eindeloos. Daarom zetten ze twee zeilen bij: het zeiltje van stress en het zeiltje van prestatie. Die deden ongelooflijk werk: de snelheid van de boot nam toe! Plots legden ze meer afstand af dan ooit te voren. Echter, een deel van de bemanning werd zeeziek en stapte toen maar aan land.
En net toen gebeurde het: midden het meer stak een storm op. Het bootje Agenda - dat zich op snelheid en effect had toegelegd - werd een speelbal van de golven en sloeg lek. Iedereen werd toen dringend verzocht om de kratten van plannen en projecten aan te spreken en met die plankjes de gaten dicht te timmeren. Het was pas toen het laatste plankje uit het ruim kwam, dat ze een kleine kajuit ontdekten. Voor de deur stond een roestig anker. Er stonden een paar letters in uitgehakt: "ANGST". Toen ze dat anker overboord gooiden, bleef de boot met een stevige schok liggen. De leerlingen besloten om de kleine kajuit binnen te gaan.
Er stond een tafel met twee voorwerpen: een hartvormig kompas en een kaart. Op de kaart stond een kruis met de vier windstreken: Hoop, Geloof, Liefde en Vertrouwen. Bij het kompas lag een briefje waarop stond: "Pas als je tijd maakt om het in je hart stil te maken, zal het je naar de vier windstreken brengen. Ik sta klaar aan het roer. Jullie Kapitein."
Federatie Sint-Andries - Sint-Michiels - Brugge
***
(31) Grote problemen vragen om grote mensen
Deze wereld en dit land is op zoek naar "grote" leiders.
Dat zijn diegenen die er in slagen het beste in mensen aan te spreken, te versterken en in beweging te brengen. Eén man of vrouw - die een lans breekt voor wat waardevol is - kan het verschil maken. De geschiedenis leert ons dat in tijden van grote crisis grote leiders opstaan. President Obama is er in gelukt om te midden de grote en complexe problemen van zijn land zijn landgenoten weer een hoopvolle droom te geven.
Want dààr zit de honger.
Dààr hebben burgers nood aan. Mensen willen terug een ruimer perspectief, een geloofwaardig en vernieuwend project dat getrokken wordt door bekwame, maar vooral integere politici. Wij vragen niet aan politici dat ze de hemel beloven, maar dat ze de aarde bewaren voor wie na ons komt. Bond zonder Naam blijft hopen dat er mensen opstaan die - niet omwille van geld en macht - maar omwille van een maatschappelijke bewogenheid bereid zijn samen te zoeken naar nieuwe antwoorden op grote vragen.
Politiek: we hebben je har(t)d nodig.
Want wat willen de burgers op zondag 7 juni? Creatieve, inspirerende en ondernemende mensen die buiten de lijntjes durven te kleuren en het doorzettingsvermogen hebben om de modellen en structuren waarvan we weten dat ze het niet meer doen, in vraag stellen. Dit land zoekt naar de politicus met een hart voor zijn volk.
Niet meer en niet minder.
Bond zonder Naam
***
naar boven ^
(30) De herdershond
We kunnen de ziel vergelijken met een kudde schapen en de herdershond.
De herdershond vertegenwoordigt het diepste in de ziel, dat deel van de ziel dat Sint-Augustinus ontdekte toen hij schreef:
"U hebt ons voor Uzelf geschapen en ons hart is rusteloos tot het rust in U".
Het diepste, de herdershond, zal niet rusten totdat de hele ziel op weg gaat naar God.
De schapen vertegenwoordigen die driften en verlangens in ons die niet opgenomen zijn in de beweging van onze ziel naar God en die bevrediging zoeken los van dat diepste in de ziel.
We gaan dan eens hier, dan eens daarheen in de poging onze honger te stillen, maar het diepste in ons, de herdershond, blijft achter ons aanzitten.
Als we proberen bevrediging te vinden in iets dat niet naar God voert, voelen we ons onvoldaan, verveeld, leeg en gefrustreerd, en dat is de herdershond die achter ons aanzit.
Dus proberen we wat anders, en weer is daar die herdershond.
Daarom kunnen onze negatieve gevoelens, onze somberheid, angst, opwinding enzovoorts van zo groot belang zijn.
Ze kunnen ons doen beseffen dat we op de verkeerde weg zijn. Als we deze gevoelens negeren of ze wegduwen, voelen we ons wellicht minder nagezeten, maar we strelen ons met een valse zekerheid.
We kunnen de herdershond zo negeren dat we niet langer onze negatieve gevoelens opmerken als we op de verkeerde weg zijn.
Gerard Hughes
***
(29) Vertrouwen
Vertrouwen heb ik nodig, vertrouwen moet ik krijgen,
omdat zonder dat vertrouwen ik zal blijven zwijgen.
Vertrouwen zal ik vragen, vertrouwen zal ik geven,
omdat zonder dat vertrouwen ik niet echt kan leven.
Vertrouwen zal ik zoeken, vertrouwen zal ik vinden,
omdat zonder dat vertrouwen de angst mij zal verslinden.
Vertrouwen zal ik koesteren, vertrouwen zal ik schenken,
want zonder dat vertrouwen… ik moet er niet aan denken.
Vertrouwen is geloven wat je nog niet kunt zien. De beloning voor dit vertrouwen is zien wat je gelooft.
Vertrouwen hebben is niet naïef, het is de moedigste daad die je kan stellen.
Als je iemand vertrouwt maak je hem betrouwbaar.
Vertrouwen komt er wanneer ik me kan laten ontmoeten, daar waar mijn gedragspatroon mij niet meer beschermt,
kwetsbaar tot achter mijn façade van de beminnelijke of de autonome.
***
(28) Ik koester een droom...
Ik koester een droom dat de mensen op een dag zullen opstaan en zullen inzien dat ze geschapen zijn om als broeders en zusters samen te leven.
Ik koester nog altijd een droom dat op een dag elke neger in dit land, en elke niet-blanke persoon in de wereld, eerder op basis van zijn karaktereigen-schappen zal worden beoordeeld dan naar zijn huidskleur, en dat iedereen de waardigheid en de waarde van de menselijke persoonlijkheid zal eerbiedigen.
Ik koester een droom dat broederschap niet meer een paar woorden aan het einde van een gebed betekent, maar eerder het eerste programmapunt op de agenda van elk wetgevend lichaam.
Ik koester nog altijd een droom dat op een dag de rechtvaardigheid neer zal stromen als water en de rechtschapenheid zal vloeien als een machtige stroom.
Ik koester vandaag nog altijd een droom dat op een dag de oorlogen ten einde zullen zijn, dat de mannen hun zwaarden zullen omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen, dat de volkeren niet meer zullen opstaan tegen de volkeren en dat niemand meer aan oorlog zal denken.
Ik koester vandaag nog altijd een droom dat op een dag het lam en de leeuw tezamen zullen liggen en dat ieder mens zal neerzitten onder zijn eigen wijnstok en vijgeboom en niemand zal bevreesd zijn.
Ik koester nog altijd een droom dat op een dag elke kloof zal gevuld worden en elke berg en heuvel geslecht worden, en de krommingen zullen recht en de oneffen wegen vlak worden.
Ik koester nog altijd een droom dat we met dit geloof in staat zullen zijn om de raadszitting van de wanhoop te verdragen en nieuw licht in de duistere kamers van het pessimisme te brengen.
Met dit geloof zullen we de dag kunnen verhaasten waarop er vrede op aarde en goede wil tegenover mensen zullen heersen.
Het zal een glorierijke dag zijn, de morgensterren zullen tezamen zingen en de zonen Gods zullen kreten van vreugde slaken.
Martin Luther King
***
naar boven ^
(27) Vergiftigd door het beeld van grootheid
De crisis van de kerk heeft haar grond in een bepaalde opvatting over God: omdat men verkeerd denkt over God, kent de crisis vandaag deze omvang en verbreiding.
Men heeft God buiten ondergebracht en men heeft Hem binnenin nog niet ontdekt.
Het is vanzelfsprekend dat men deze God die daarbuiten is, weigert, want Hij komt over als een bedreiging en een inperking die van buitenaf aan het menselijke leven wordt opgedrongen.
Het is vanzelfsprekend dat men deze inmenging van een autoriteit die zich opdringt en die de ontkenning blijkt te zijn van de menselijke vrijheid en waardigheid als een belediging voor de geest en als een frontale aanval ervan aanvoelt.
God zijn betekent niet meer domineren en de macht hebben anderen te verpletteren, God zijn betekent zich mateloos geven, eeuwig zichzelf verloochenen...
Het is omdat God niets voor zich houdt, omdat hij totaal liefde is, omdat de adem van zijn wezen milde vrijgevigheid is, dat de Schepping te voorschijn komt en dat ze tegelijk vorm geeft aan een onuitputtelijk geheim en aan een eindeloze oproep tot liefde.
Maurice Zundel (Zwitsers theoloog)
***
(26) Tederheid
Echte tederheid kan evengoed zijn een gevecht als een streling,
gedeelde pijn als innigheid, naam zoeken als heten, hunkering als bezit, weerbaarheid als kwetsbaarheid.
Echte tederheid is geen vluchtige zwakheid, geen onbeheerst ondoordacht moment, geen weke plek in de dagelijkse afscherming, geen zachte zalf op een onstilbare pijn, geen gesloten oase in een verzengende woestijn.
Ze is aanwezigheid, ze is dwarsdoor, kwaliteit, harmonie van aanwezigheid,
bij datgene, diegene waar het op aan komt. Tederheid is geen vernauwende verblinding maar helderziend, klaarkijkend, inlevend.
In plaats van teer is zij sterk, in plaats van wankel is zij stevig, in plaats van flauw is zij deugdelijk, in plaats van week is zij taai.
Marcel Ploem
***
(25) Levensfase
Zoals de bloem verwelkt en onze jeugd wijkt voor de ouderdom,
bloeit elke fase des levens evenals wijsheid en deugd slechts korte tijd:
zij mag niet eeuwig duren.
Als 't leven roept, dan moet ons hart zich haasten afscheid te nemen,
overnieuw beginnen en zich manmoedig, zonder om te turen,
aan andere verbanden overgeven.
En in elk nieuw begin schuilt diep vanbinnen iets magisch,
dat ons hoedt en helpt te leven.
Blij gaan wij vele ruimten door;
we mogen aan geen daarvan als aan een thuisland hangen:
de wereldgeest bindt niet, wil ons niet vangen maar tree voor tree verwijden en verhogen. Want amper zijn wij met een levenswijze vertrouwd geraakt,
of daar dreigt het verslappen; slechts wie zijn tent opbreekt om voort te reizen, kan aan verlamming en aan sleur ontsnappen.
Wellicht is zelfs het stervensuur bij machte nog nieuwe ruimten te ontsluiten;
de stem des levens blijft zijn oproep uiten...
Neem afscheid dus, mijn hart, en kom op krachten.
Herman Hesse (citaat in P. Van Breemen)
***
naar boven ^
(24) Is vrede mogelijk?
Als je gelooft dat een glimlach sterker is dan een wapen...
Als je gelooft in de macht van een open hand...
Als je gelooft dat wat mensen samenbrengt sterker is dan wat hen verdeelt...
Als je gelooft dat anders zijn een rijkdom is in plaats van een gevaar...
Als je de hoop verkiest boven de argwaan...
Als je kiest om zelf de eerste stap te zetten
in plaats van te wachten op de andere...
Als je luistert en blijft glimlachen naar de ongelukkige die je tijd verdoet...
Als je kritieken aanvaardt en hieruit profijt haalt
zonder deze terug te spuien en je te verdedigen...
Als je verkiest om de lijdende partij te zijn
in plaats van de andere te kwetsen...
Als je de andere met een greintje liefde aankijkt...
Als je de stelling 'die dan leeft, die dan zorgt' weigert...
Als je gelooft dat liefde de enige ware overredingskracht is...
Als je gelooft dat vrede mogelijk is...
... dan zal er vrede zijn.
Vlaamse Vredesweek - 9/08
***
(23) De voldoening van het nu
Elke mens wandelt even mee in het grote tijdsgebeuren en is daarin een unieke en onvervangbare schakel. Niet meer, maar ook niet minder.
Op de plaats waar we staan, met onze mogelijkheden en beperktheden en met de mensen waarmee we leven, kunnen we ons leven vorm geven.
Ik hoef de wereld niet te torsen, het volstaat mijn kleine, maar waardevolle stukje in te vullen. Wie rustiger kan omgaan met zijn eigen beperktheid, gaat niet alleen minder gebukt onder de vele opgeklopte normen waar geen mens kan aan voldoen, maar wordt ook milder tegenover anderen die op hun manier hun stukje proberen in te vullen.
Steeds meer mensen stellen vast dat de voldoening niet te vinden is in het volproppen van je leven met activiteiten, maar in de manier waarop je de dingen beleeft.
Alleen zullen we de wereld niet veranderen, maar elke verandering begint wel onderuit bij mensen, waar anderen zich bij aansluiten. En daar is de tijd, denk ik, rijp voor.
Ria Grommen
***
(22) Luisteren, "déjà vu et connu"?
Cfr Mt13,1-23
Als er tussen vrienden, tussen broers en zussen, tussen ouders en kinderen, maar boven alles tussen man en vrouw, moeilijkheden zijn, dan zoekt men in een grote meerderheid van de gevallen de oorzaak bij de ene of bij de andere.
Maar heel dikwijls ligt de oorzaak veeleer in de manier van omgaan met elkaar... de interactie van degene die zaait, het zaad en de grond die ontvangt.
Misschien zijn we er ons niet altijd van bewust dat we eigenlijk voortdurend in elkaars leven rondgaan al zaaiend.
En wat we rondstrooien zijn niet alleen onze woorden. Ook met onze hele manier van zijn met elkaar zeggen we heel veel aan anderen. Ons zwijgen spreekt soms boekdelen, woordloze boodschappen zeggen dikwijls nog het meest, een deur die wat hard toevalt nog niet te na gesproken.
We strooien dus wel degelijk heel wat rond, maar - hoe zenden wij? - wat zenden we? - en hoe ontvangen we?
Dit oude evangelieverhaal, de parabel van de zaaier, heeft het wel degelijk over de manier waarop wij met elkaar omgaan. We kennen het wellicht praktisch van buiten, maar wat doen we ermee?
Het is telkens dezelfde wet die alle relaties kan richten:
- van u houden om u te begrijpen
- naar u luisteren om van u te houden.
Guido Heyrbaut
***
naar boven ^
(21) Groep
Cfr Mt18,15-20
Hebt u het ook al eens meegemaakt dat een groepsgesprek gedomineerd wordt door één persoon? Terwijl het eigenlijk de bedoeling is dat iedereen om beurt aan bod zou komen, hapert de rondvraag bij een spreker die niet meer te stoppen lijkt.
Je kijkt dan wanhopig naar de gespreksleider, als er tenminste eentje is aangeduid. Maar soms is de gespreksleider niet alert, of wordt zelf meegesleurd door het verhaal van de dominante spreker. Dan blijven er niet zo veel mogelijkheden over.
Ofwel berust je in de toestand en doe je er verder het zwijgen toe. Dan ga je met een gefrustreerd gevoel naar huis en je kan nadien wel protesteren, maar in essentie is het gesprek verknoeid. Ofwel neem je zelf de rol van 'informele' gespreksleider op je en zegt dat het misschien nuttig is om ook de anderen aan het woord te laten komen. Als dat beleefd gevraagd werd, is de kans groot dat het gesprek verder naar behoren zal evolueren. Maar is het je taak eigenlijk wel in een groep, om indien nodig in te grijpen? Daar heb je toch de gespreksleider voor?!
Tja. Het feit dat iemand verantwoordelijk wordt gesteld voor een groepsproces, ontslaat de rest van de groepsleden niet van de taak om ook hun steentje bij te dragen.
Natuurlijk is het de taak van de politie om criminaliteit in te perken. Maar als zij handen te kort komen, is het idee van de buurtvaders niet zo slecht. Natuurlijk wordt de kinderoppas verzorgd door onthaalmoeders en kribben, maar als je plots weg moet en er ligt een kind te slapen, is het fijn als je even op de buurvrouw kan terugvallen.
We leven in een goed georganiseerde welvaartstaat, die de grootste noden opvangt. Maar dat ontslaat niemand van de plicht om ook mee zorg te dragen voor zijn medemens. We blijven allemaal een beetje 'hoeder van onze broeder'.
Myrjam De Keyser - GvA
***
(20) Elkaar beminnen
"Bemin elkaar, zoals Ik u heb bemind." (Joh 13, 34)
"Men zegt altijd maar: bemin elkaar, doe een gebaar.
Maar toch, hoe gauw doe ik iemand pijn,
de afstand tussen mensen kan snel onbereikbaar zijn.
Men zegt altijd maar: vergeef elkaar, vergeet het maar.
Maar toch, hoe gauw wordt mijn zwijgen, om de lieve vrede niet te storen,
een enge kooi, waarin ik het lied van de liefde niet meer kan horen."
Zwijgen om de lieve vrede te bewaren, om de ander niet te kwetsen doet een relatie langzaam verstarren. Zoals stilstaand water onhelder wordt en begint te rieken, als er geen stroming meer is, zo komt een relatie tot stilstand en wordt onhelder als de stroming van de eerlijke communicatie wegvalt.
Liefhebben is een avontuur met risico's, niet zonder pijn.
Als ik echt mijn hart probeer te openen voor een ander, word ik kwetsbaar
en dat maakt me onzeker. Om die kwetsbaarheid niet te voelen verschuil ik me achter een masker van "sterk zijn". Ik verberg mijn verdriet, uit vrees dat de ander me niet zal begrijpen. Ik verschuil me achter stoere woorden of daden uit vrees dat de ander me zal verstoten.
Ria Weyens
***
(19) Bewondering
Jonge mensen,
mijn laatste gedachten, mijn laatste woorden gaan naar jullie.
Bewondert en bemint de schoonheid.
Kijkt naar de woeste grootheid van Michelangelo's beeldhouwwerken
en schilderijen.
De bewondering is de enige wijn die de mens edel maakt.
Het enige punt dat telt voor een mens is af toe ontroerd te zijn,
te beminnen, te huiveren, te leven.
De beste mensen zijn diegenen die met hun eigen ogen kijken naar
wat iedereen ziet, maar die er een schoonheid in vinden die niemand ziet.
Wees oprecht tot in de armoede.
Laat uw zending en uw roeping geleidelijk, geduldig doorbreken.
Vecht niet tegen de mensen van het goedkoop succes,
gij zult er uw tijd en uw ziel bij verliezen.
Bewondert en drukt bewondering uit.
De hoogste en de laatste vorm van vooruitgang
is de vooruitgang van de bewondering.
Uit het testament van August Rodin, beroemd frans beeldhouwer
***
naar boven ^
(18) Vertraag je ritme.
Heb je al eens kinderen zien spelen op een draaimolen
of luister je soms naar de regen die op je dak valt?
Al eens een vlinder gevolgd of een zomerse zonsondergang geobserveerd?
Je moet even stilstaan!
Dans niet te snel want het leven is te kort.
De muziek klinkt niet voor eeuwig.
Loop je steeds gestrest door het leven?
Als je iemand vraagt hoe het gaat, neem je dan de tijd om te luisteren?
Als de dag voorbij is,
lig je dan aan duizend dingen tegelijk te denken in je bed?
Je moet vertragen!
Heb je je kind al eens gezegd dat je het morgen wel zal doen
en het dan weer uitgesteld?
Heb je reeds contact verloren met een vriend, een vriendschap laten sterven,
alleen omdat je nooit de tijd nam om eens te bellen en te vragen hoe het gaat?
Je zou beter vertragen,
dans niet te snel want de muziek zal op een keer vervagen.
Zo snel gaat het leven.
Als je je haast om ergens te zijn,
verlies je de helft van het plezier dat je kan hebben in je leven.
Als je je onrustig maakt en de dingen des levens gewoon verwerpt,
is het als een cadeau dat je ongeopend weggooit.
Het leven is geen koers,
je moet je ritme vertragen,
neem de tijd om naar muziek te luisteren voordat het afgelopen is.
***
(17) Vooronderstellingen
Iedereen vindt of veronderstelt wel iets over de ander, over de omgeving waarin de ander leeft, de denkbeelden die de ander erop nahoudt.
Op die vooronderstellingen worden oordelen gebaseerd, beslissingen genomen, uitgestoken handen geweigerd of aanvaard, conflicten opgelost of in stand gehouden.
Iedereen komt vroeg of laat op de drempel te staan waar de ontmoeting met de ander impliceert dat er zekerheden losgelaten moeten worden.
Het beeld dat we van de ander hebben, klopt niet altijd met wat die ander doet of zegt.
***
(16) Over dankbaarheid
Als we tot bezinning komen dan beseffen wij dat wij de grote dingen in het leven ontvangen hebben: het leven kregen wij van onze ouders. Onze taal kregen we van onze vader en moeder. Ons geloof kregen we van onze thuis en van de kerkgemeenschap waarin we opgroeiden. De liefde kregen we van onze ouders en van onze naaste omgeving. Alles voor niets ontvangen. En ook later in het klooster ontvingen wij alles voor niets: onze vorming, de waardering en de bevestiging van onze medebroeders, de hulp bij het ziek-zijn.
De bezinning schept in het leven klaarheid, opgeruimdheid, vreugde, waarin alles meer helder wordt. Zij brengt openheid om wat voorbij is dankbaar te gedenken. Ik heb het al gezegd: dankbaarheid is geen spontaan gevoel. Ze kan pas ontstaan als men over alles nadenkt. Dankbaarheid is het geheugen van ons hart.
Kan men alleen dankbaar zijn voor de goede dingen in het leven? Dankbaarheid raakt alles in het leven. Elke richting die het leven uitgaat en die men heeft ingeslagen, wordt er door beroerd. Als we leren omgaan met onze wonden, met onze kwetsuren, als we moeilijke ervaringen doorworstelen, dan kunnen we misschien heel mild worden voor onszelf en voor de anderen - ook voor hen die ons onrecht aandeden. Dan zal de dankbaarheid volledig zijn. Dan is de dankbaarheid de mooiste deugd die toegang geeft tot de rijkste innerlijkheid.
Roger Devleeschouwer ofm
(Uit een toespraak tot zijn medebroeders)
***
naar boven ^
(15) Levensstaat of beroep als "roeping"
Jezus Christus had maar 33 jaar om te leven hier op aarde.
Daar had Hij niet genoeg aan.
Hij heeft niet kunnen liefhebben als een moeder. Daar heeft Hij moeders voor nodig. Hij heeft niet voor een gezin kunnen zorgen. Daar heeft Hij vaders voor nodig.
Hij heeft niet de zieken in onze tijd kunnen helpen. Daar heeft Hij dokters en verplegenden voor nodig.
Hij heeft niet het brood kunnen breken in onze tijd. Daar heeft Hij priesters voor nodig.
De Heer heeft u nodig om dat wat Hij begon, in deze wereld hier en nu uit te bouwen. De Heer heeft ons nodig om wonderen te verrichten: wonderen van techniek en wetenschap, wonderen van dienende liefde en goedheid,
wonderen van vrede en eensgezindheid.
De Heer wil door onze harten en door onze handen de wereld beter maken.
Hij wil door ons verstand en door onze arbeid het Rijk der Hemelen doen komen, want het gaat Hem om deze wereld en om deze mensen.
Paul Claudel
***
(14) Getrouwd zijn...
Getrouwd zijn is weinig opwindend,
het is geen ontsnapping uit de dagelijkse gang van zaken,
integendeel, het wil daar juist heen, het is er thuis.
Het is een gewoonte zoals ademhalen en eten.
Het is een gewoonte die zich niet ongestraft laat onderbreken.
Het huwelijk hoort in deze wereld thuis.
Niet in het paradijs en niet in de hemel.
Ik bedoel dit niet grappig, ik bedoel dit godsdienstig.
Ik geloof dat het huwelijk, wat het allemaal nog meer zij,
beeld en gelijkenis is van God.
En dat is niet nodig in de hemel of in het paradijs
want daar is God zelf al. (...)
Het huwelijk is niet van de orde van nectar en ambrozijn,
of van pompelmoezen van de hof van Eden.
Het heeft meer van dagelijks brood en 'vin ordinaire'
maar daarmee maakt men sacramenten.
Willem Barnard
***
(13) Liefhebben
Waarom heb je lief?
Omdat iemand eerst van jou heeft gehouden.
Alle psychologen weten dat.
De genade bemind te zijn gaat de genade om te beminnen vooraf.
De ene genade brengt de andere voort.
Waarom houden wij van de liefde?
Omdat we er in zijn gevallen toen we klein waren.
Een beetje zoals Obelix in de pot met toverdrank.
We werden het eerst bemind, gewoonlijk door onze moeder,
maar genoeg om te begrijpen dat de liefde de hoogste waarde is,
dat zonder liefde wij niets zijn.
De waarde van een leven wordt bepaald door de hoeveelheid liefde,
moed en waarheid, maar vooral door de hoeveelheid liefde
waartoe je in staat bent.
Ik zeg niet dat alleen Christus dat heeft gezegd, maar toch,
voor hem heeft niemand dat beter gezegd.
En wie zou dat na hem beter gezegd hebben?
André Comte – Sponville
(Frans filosoof en atheïst)
***
naar boven ^
(12) Perfect of onvolmaakt?
Er ontstaat pijn door overdreven verwachtingen:
de verwachting dat dit ene huwelijk perfect zal zijn;
dat de partner je volledig gelukkig maakt;
dat ik in mijn beroep volledig kan opgaan;
dat de opvoeding van de kinderen volledig slaagt.
Zo is het leven niet!
De meeste liefdes lukken maar half;
meestal is men slechts half een goede vader,
een half goede lerares,
een half gelukkige mens.
En dat is veel... Laat ons daarom de gelukte halfheid prijzen.
Het aangename en het schone van het leven liggen niet
in het perfecte slagen en in de heelheid.
Het leven is eindig en niet alleen in die zin dat wij moeten sterven.
De eindigheid ligt in het leven zelf besloten: in het begrensde geluk,
in het begrensde slagen, in de begrensde vervulling.
De grote passie kan ook in een half hart, in heel kleine stappen verborgen zitten.
Er is niet beloofd dat de mensen voor elkaar de hemel op aarde klaarmaken.
Men kan brood zijn voor elkaar, nu eens zwart brood, dan weer wit brood.
Men kan voor elkaar water zijn en bij gelegenheid ook wijn...
Fulbert Steffenski
***
(11) Wie zijn gelovigen?
Gelovigen zijn vrouwen en mannen die vertrouwen dat ze door God
gekend en gezien worden.
Vanuit dit vertrouwen proberen ze anderen recht te doen.
Dit helpt hen uitdagingen aan te gaan,
risico’s te nemen,
het uit te houden in zware tijden,
te leven zonder bovenmatige angst.
Ze leren te spelen met hun gaven en met de grenzen daarvan.
Ze durven de eindigheid van elke gebeurtenis onder ogen te zien,
onzekerheid gaan ze niet uit de weg: ze leren ermee te leven.
Twijfels laten ze in zich toe,
ook de twijfels die hen confronteren met de vraag
of hun vertrouwen wel zinvol is.
Dit vertrouwen geeft richting en structuur aan hun leven.
Daardoor is het voor hen mogelijk keuzes te maken,
onafhankelijk van wat iedereen doet.
Je bent immers niet verplicht willoos mee te waaien
met iedere wind van de molen en de tijdsgeest.
Je bent veeleer als een zeiler die elke wind, mee of tegen,
kan gebruiken om te varen.
Vertrouwen geeft je een eigen boot.
De wind wordt er niet minder om,
het water is niet minder woelig,
de ondiepten niet meer zichtbaar,
maar je hebt Iemand om dit alles aan te kunnen.
Uit de afscheidsrede van Marc Pollet, priester te Harelbeke 1989 – 1997
***
(10) Onze diepste angst
Onze diepste angst is niet dat we ontoereikend zijn,
onze diepste angst is dat we oneindig machtig zijn.
Het is ons licht, niet onze duisternis
waar we het allerbangst voor zijn.
We vragen ons af:
Wie ben ik om briljant, buitengewoon aantrekkelijk,
getalenteerd en geweldig te zijn?
Maar waarom eigenlijk niet?
Je bent toch een kind van God?
Dat je je kleiner voordoet dan je bent
komt de wereld niet ten goede.
Er is niets verheffends aan je kleiner voor te doen dan je bent
opdat de mensen om je heen
zich vooral niet onzeker gaan voelen.
Wij zijn geboren om de luister van God uit te dragen,
die in ons woont,
niet in slechts enkelen van ons, maar in ons allemaal.
Als wij ons licht laten schijnen, geven we anderen
onbewust toestemming dat ook te doen.
Als wij bevrijd zijn van onze angst,
bevrijdt onze aanwezigheid automatisch anderen.
Nelson Mandela
***
naar boven ^
(9) De eenheid, niet het geluk
Wie werkelijk gelukkig wil worden in de liefde, moet streven naar eenheid,
naar één-zijn, naar met elkaar delen.
Soms sluit die eenheid veel dingen in die pijnlijk zijn:
eerlijkheid als je liever een leugentje zou vertellen,
uitpraten als je liever een pruillip zou zetten,
beschamende gevoelens bekennen als je liever iemand anders verwijten zou maken,
blijven als je liever zou weglopen,
twijfels toegeven als je liever zekerheid zou voorwenden,
een confrontatie aangaan als je liever tot elke prijs de vrede zou willen bewaren.
De eenheid en niet het geluk is de onverbiddelijke voorwaarde om in de liefde te slagen.
Uit “Liefde kun je leren” van John Powel
***
(8) Het interview met God
Ik droomde dat ik een interview had met God.
"Zo, dus jij wilde mij graag interviewen?" vroeg God.
Als u tijd hebt, zei ik.
God glimlachte.
"Mijn tijd is de eeuwigheid. Wat voor vragen had je me willen stellen?"
Wat verbaast u het meest aan de mensheid?
God antwoordde:
" Dat ze de kindertijd maar niks vinden. Ze willen zo snel mogelijk groot worden en dan verlangen ze er weer naar kind te zijn.
Dat ze hun gezondheid kwijtraken om geld te verdienen en dan hun geld kwijtraken om weer gezond te worden.
Dat ze door zich zorgen te maken over de toekomst het heden vergeten
zodat ze niet in het heden én niet in de toekomst leven.
Dat ze leven alsof ze nooit zullen sterven
en sterven alsof ze nooit hebben geleefd."
God pakte mijn hand en we waren een tijdje stil.
Toen vroeg ik...
Kunt u een paar levenslessen noemen die u, als Vader, aan uw kinderen zou willen leren?
God antwoordde met een glimlach:
"Dat ze niet kunnen zorgen dat iemand hen liefheeft.
Wat ze wel kunnen, is zichzelf laten liefhebben.
Dat het niet goed is zichzelf met anderen te vergelijken.
Dat niet degene rijk is die het meeste heeft,
maar die het minste nodig heeft.
Dat we bij mensen die we liefhebben,
in een paar seconden diepe wonden kunnen openhalen,
waarna het vele jaren duurt om ze weer te helen.
Te leren vergeven door vergeving in praktijk te brengen.
Dat er mensen zijn die erg veel van hen houden,
maar die eenvoudig hun gevoelens niet kunnen uiten of laten zien.
Dat twee mensen naar hetzelfde kunnen kijken en iets verschillends zien.
Dat het niet altijd genoeg is om door anderen vergeven te worden,
maar dat ze zichzelf moeten vergeven.
En dat Ik hier ben."
***
(7) Ook buiten de kerk is kerk.
De latente kerk is daar, waar mensen met Christus te maken hebben, niet in kerkelijk verband en zeker niet altijd bewust, maar waar Christus niettemin in hun handelen aanwezig is in de anonimiteit die hij als teken van zijn aanwezigheid zag. Overal waar de geringste onder zijn broeders gespijzigd en gelaafd, bezocht en in gevangenschap getroost, aanvaard en dichter bij een echt menselijk bestaan wordt gebracht, is het woord van Jezus van toepassing, dat ons zijn tegenwoordigheid belooft juist op die plaatsen waar hij officieel niet aanwezig is: “Gij hebt het aan mij gedaan.”
Deze verborgen tegenwoordigheid van Christus is een kenmerk van de geseculariseerde wereld. Hier zijn verwachtingen, golven van hoop die over het gezicht van de uitgeputte mens spoelen en het zijn schoonheid terug geven.
De psychotherapeuten leren ons, dat men overal, weliswaar zonder vaste koers maar onvermoeibaar, zoekt naar de verschijning van een stuk van Christus’ menselijkheid in de wereld.
Er is een verlangen naar de mogelijkheid tot vertrouwen.
---
De mens is er niet voor de kerk, maar de kerk is er voor de wereld, en zij heeft geen recht op restitutie.
---
De toekomst van de kerk hangt af van haar vermogen tot zelfkritiek en verandering.
Dorothee Sölle
(Uit: “De waarheid is concreet”)
***
naar boven ^
(6) Leef nu !
Wie niet reist, niet leest, geen muziek beluistert,
niets vindt ondanks goede ogen,
sterft beetje bij beetje.
Wie zijn eergevoel omverhaalt, wie zich nooit laat helpen,
sterft beetje bij beetje.
Wie slaaf wordt van zijn gewoonten, elke dag dezelfde wegen bewandelt,
wie nooit van pleisterplaats verandert, wie nooit riskeert de kleur van zijn kleding te veranderen, wie nooit met een onbekende praat,
sterft beetje bij beetje.
Wie alle passie en draaikolken van emoties vermijdt, wie alle gevoelens, die licht aan de ogen zouden geven en gebroken harten kunnen helen,
geen kans geeft, sterft beetje bij beetje.
Wie nooit het roer wendt als hij ongelukkig is in het werk of in de liefde, wie geen risico’s neemt om zijn dromen te realiseren,
wie niet één keer in zijn leven een goede raad heeft in de wind geslagen, sterft beetje bij beetje.
Leef nu! Riskeer je vandaag! Doe iets, nu! Laat je niet langzaam sterven! Geneer je niet om gelukkig te zijn!
Pablo Neruda (Nobelprijs Literatuur 1971)
***
(5) Groot doen is makkelijk, groot zijn is moeilijk(er)
Wie is een groot mens voor u? Welke mensen zijn voor uw leven inspirerend? Op wie zou je zelf willen lijken? En aan wie zou je het bestuur van het land willen toevertrouwen? Straks mag je kiezen welke mensen aan het roer van ons land mogen staan. Stel dat je je niet moet beperken tot zij die zich verkiesbaar stellen, maar dat je doorheen de geschiedenis een groep mensen mag selecteren aan wie je het behartigen van ons land en haar toekomst zou toevertrouwen? Wie zou je dan kiezen? Sidharta, Nelson Mandela, Victor Frankl, Jezus, Ghandi, ...?
Welke eigenschappen zouden die mensen die jij "verkiest" moeten hebben? Wellicht zullen het mensen zijn die "zeggen wat ze doen" en "doen wat ze zeggen". Integere mensen wiens buiten- en binnenkant dezelfde is. Mensen die niet met een gespleten tong spreken. Wellicht zullen het mensen zijn die niet zwichten voor de macht van de sterkste, maar eerder gaan voor wat "juist", "waar" en "goed" is. Mensen die zich niet laten misleiden door de macht, maar die kiezen voor de kracht. Wellicht zullen het mensen zijn die zich niet laten sturen door angst, maar door geloof, vertrouwen en moed. Mensen, leiders die "dienen", op tijd terugtreden en kunnen loslaten.
10 juni 2007. De boot van onze samenleving vaart over woelige en stormachtige zeeën. We hebben meer dan ooit dringend nood aan grote en bekwame mensen. Daarom: leg de kwaliteiten van de kandidaten die zich verkiesbaar stellen op de kwaliteiten van de figuren aan wie je onze planeet en haar toekomst het liefste zou toevertrouwen. Kies keurig! Niet voor zij die groot doen, maar voor zij die zich inspannen om groot te worden. Niet voor zij die de wereld beloven, maar voor zij die de wereld bewaren.
Bond zonder Naam.
***
(4) Intelligentie van emoties
"Natuurlijk moeten we niet kritiekloos op onze emoties ingaan. Als we de intelligentie van emoties volgen, leren we waar onze betrokkenheid ligt en leren we andere mensen beter begrijpen. We praten beter met mensen als we begrijpen waarom we boos of verdrietig zijn. Dit is ook van belang voor het politieke leven. Als je in een conflictsituatie kennis en begrip hebt van achterliggende emoties, heb je meer kans dat je zo'n conflict door communicatie kan oplossen."
Religieuze tradities hebben verschillende visies op functie en betekenis van emoties. Sommige leren je uiteindelijk je emoties los te laten, meent Nussbaum. "Ik denk dat die tradities het sociale leven bemoeilijken. In de meeste hoofdstromingen van de wereldreligies wordt echter ook een grote nadruk gelegd op begrip tussen mensen, een begrip dat voortkomt uit het besef van je eigen zwakheden." Dat vormt voor haar een positief aanknopingspunt. Martha Nussbaum blijft evenwel kritisch en prefereert een model waarin ieder individu zelf probeert te leren van de intelligentie van de emoties en middels begrip bruggen bouwt naar anderen.
(Citaten van Martha Nussbaum.)
***
naar boven ^
(3) Groeikansen in samenhorigheid
We groeien in samenhorigheid... als we ijverig op zoek gaan naar elkaars talenten.
Is iedereen niet veel groter dan hij of zij denkt ondanks onvolkomenheden? De ander heeft veel talenten die ik helemaal niet heb en omgekeerd.
We groeien in samenhorigheid... als we elkaars "kunnen" en "zijn" pogen te verruimen en wijzen op vaardigheden die de ander in aanleg heeft
maar onvoldoende kent.
We groeien in samenhorigheid... als we ons spontaan verheugen en supporteren voor ieders inzet en welslagen.
Bij tegenwind en mislukkingen gaan we steun en bemoediging bieden en helpen om eventueel bij te sturen.
We groeien in samenhorigheid... als we ieders ritme en eigenheid respecteren en elkaar niet willen veranderen,
want al verschillen we veel van elkaar, onze wegen lopen niet uiteen.
We groeien in samenhorigheid... als we erin slagen spontaan en oprecht uit te drukken hoezeer we waarderen wat iemand dag na dag, trouw voor ons doet.
Iedereen is gelukkig iets te mogen betekenen voor een ander.
(Onbekend auteur, bewerking: jvdv)
***
(2) Oordelen is noodzakelijk om te leven, dat zal niemand ontkennen.
Oordelen is een daad van de geest die dankzij stilte en gebed tot onderscheiding in de geest kan worden.
Oordelen is afstand scheppen. Afstand maakt vrij - een stap achteruit - om zicht te krijgen op de ander en hem te beoordelen.
Oordelen is niet hetzelfde als veroordelen. (Auteur onbekend.)
***
Onderstaande impuls, in 12 onderverdelingen, ging vooraf aan "Koffie in de Kerk"
van 4 december 2005, waar we het hadden over:
(1) Bouwen aan familie
1. Familie worden.
Jezelf mogen zijn – enig en onvervangbaar – en toch van iemand zijn, dat is het geschenk van je familie. Geen verstikkende clan, geen vangnet en ook geen duiventil, maar een samenleven waarin aanhankelijkheid en verbondenheid groeien vanuit een keuze voor elkaar.
2. Een muur of een brug?
Soms weigeren we communicatie, we sluiten anderen uit en voelen ons eenzaam. Soms dromen we teveel maar zijn te weinig verantwoordelijk.
Om te kunnen groeien hebben we elkaar nodig. De sfeer in onze familie hangt niet af van toeval of van geluk hebben. Zij hangt af van onze keuze een brug te bouwen naar elkaar.
3. “Wat jij hebt – komt ook mij toe”. “Wat jij mag, mag ik ook”.
Dit is de grimmige gerechtigheid die ons alleen maar verder uit elkaar drijft. Hiertegen bestaat slechts één tegengif en dat heet persoonlijk verantwoordelijk worden.
“Ik spreek ook als jij niet spreekt”. “Ik geef ook als jij mij niet vergeeft”.
Wie niet bereid is de eerste stap te zetten naar de anderen toe, kiest niet voluit voor zijn familie.
4. Bouwen aan familie is kritiek vervangen door bevestiging.
Het is kijken naar wie de ander is in z’n totaliteit. Het is achter de woorden en gedragingen de goede bedoelingen zoeken en zonder verwijten ook jouw gevoel kenbaar maken.
Het is het goede van de ander niet als iets vanzelfsprekends zien.
Het is gewoon kunnen zeggen: “Dat vind ik fijn van je – dat kan je goed – dat heb je goed gezegd”.
5. Bouwen aan familie is je niet laten bepalen door wat moeilijk is, niet verontwaardigd zijn over elkaar, niet opstandig over de tekorten, niet hard om het falen, maar erop vertrouwen dat je van elkaar kansen krijgt om van fouten te leren en dat we voor elkaar het goede willen.
6. Bouwen aan familie is ruzie doen keren in een open gesprek, je niet laten ergeren door elkaar, de ander niet kleineren. Het is je bezorgdheid uitspreken en niet vluchten in een superieur stilzwijgen.
7. Bouwen aan familie is je drang naar macht vervangen door mildheid en de zwakheid van de ander niet uitbuiten.
Wat ik weet inzetten om relaties te versterken of om verdraagzamer te zijn. Het is niet op je rechten blijven staan en de ander als geschenk ontvangen.
8. Bouwen aan familie is onze onverschilligheid veranderen in luisterbereidheid. Niet iedereen meten met je eigen maat, niet alleen geven volgens je eigen behoeften, maar luisteren naar ieders nood op het ogenblik. Het is tijd maken voor elkaar en ontdekken dat dit ook waardevolle tijd is voor jezelf.
9. Bouwen aan onze familie is elkaar benaderen met respect in plaats van elkaar gebruiken. Niet de anderen laten opdraaien voor wat ik zelf kan doen, aandacht hebben voor groei, aanwezig zijn als de ander je nodig heeft en ook de jongste onder ons voor vol aanzien.
10. Bouwen aan familie is achterdocht laten varen en vergeven.
Het is de ander een tweede kans geven. Het is de weg openhouden voor de anderen en je eigen aandeel durven zien.
Het is weten dat je zelf ook vergeving nodig hebt.
11. Bouwen aan onze familie is je vertellen van mijn vreugde en mijn verdriet, mijn zoeken en mijn vinden.
Dat is vragen naar jouw vreugde en verdriet, naar jouw zoeken en vinden.
Dat is een attentie, een compliment, een zoen, zomaar…
12. Bouwen aan onze familie is samen plannen durven maken.
Kleine haalbare groeiplannetjes en opnieuw durven beginnen na een mislukking. Kunnen treuren om wat voorbij is maar vooral hoopvol mogen uitkijken naar het nieuwe en de Heer danken om elke dag die Hij ons als familie schenkt.
Tekst gebaseerd op het gedachtegoed van Encounter Vlaanderen en samengesteld door Bruno en Jacqueline Jacobs – Van de Vel, Koen en Inge Tachelet – Jacobs en Veerle Jacobs.
Fotografische vormgeving : Bruno Jacobs. Zomer 2005.
***
naar boven ^
|
|